Einde inhoudsopgave
Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen
Artikel 2 Capaciteitsraming
Geldend
Geldend vanaf 31-01-2024
- Bronpublicatie:
24-01-2024, Stb. 2024, 12 (uitgifte: 30-01-2024, kamerstukken: 36333)
- Inwerkingtreding
31-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-01-2024, Stb. 2024, 13 (uitgifte: 30-01-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Staatsrecht / Decentralisatie
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Onze Minister maakt eens in de twee jaren voor 1 februari van het kalenderjaar bekend aan hoeveel opvangplaatsen voor asielzoekers in de daarop volgende twee jaren naar verwachting behoefte zal zijn. Deze raming komt tot stand op een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen wijze.
2.
De raming, bedoeld in het eerste lid, kan tussentijds worden gewijzigd.
3.
Het aantal opvangplaatsen dat beschikbaar moet worden gesteld wordt voor 1 februari bekendgemaakt. Het benodigd aantal opvangplaatsen wordt onderdeel van de in artikel 3 bedoelde provinciale opvangopgave. Op het aantal opvangplaatsen dat in een provincie beschikbaar moet worden gesteld wordt het aantal plaatsen dat voor vijf jaar of langer beschikbaar is of in de daaropvolgende twaalf maanden voor die periode beschikbaar zal komen in mindering gebracht. Daarbij wordt uitgegaan van locaties of accommodaties van een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen minimale omvang.