Einde inhoudsopgave
Reglement voor de procesvoering van het Gerecht
Artikel 154 Schriftelijke behandeling
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2015
- Bronpublicatie:
04-03-2015, PbEU 2015, L 105 (uitgifte: 23-04-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-03-2015, PbEU 2015, L 105 (uitgifte: 23-04-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
EU-recht / Rechtsbescherming
1.
Wanneer de verzoeker om een uitspraak volgens een versnelde procedure heeft verzocht, is de termijn voor de neerlegging van een verweerschrift in afwijking van artikel 81, lid 1, een maand. Deze termijn kan overeenkomstig artikel 81, lid 3, worden verlengd.
2.
Indien het Gerecht beslist om een verzoek om een versnelde procedure niet in te willigen, wordt de verweerder een aanvullende termijn van een maand verleend om het verweerschrift in te dienen dan wel aan te vullen.
3.
In het kader van een versnelde procedure kunnen de in de artikelen 83, lid 1, en 145, leden 1 en 3, bedoelde memories slechts worden ingediend indien het Gerecht dat toestaat bij overeenkomstig de artikelen 88 tot en met 90 vastgestelde maatregelen tot organisatie van de procesgang.
4.
In het kader van een versnelde procedure houdt de president bij de vaststelling van de in dit Reglement voorziene termijnen rekening met de bijzondere spoedeisendheid waarmee op het beroep uitspraak moet worden gedaan.