Einde inhoudsopgave
Wet forensische zorg
Artikel 3.1 [Rijksinstelling]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
24-01-2018, Stb. 2018, 37 (uitgifte: 16-02-2018, kamerstukken: 32399)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-11-2019, Stb. 2019, 437 (uitgifte: 29-11-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Penitentiair recht / TBS-inrichtingen
1.
Onze Minister wijst de instellingen aan welke bestemd zijn als rijksinstelling voor forensische zorg.
2.
Door de aanwijzing, bedoeld in het eerste lid, is de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden van toepassing, tenzij de wet anders bepaalt. Indien de instelling als organisatorisch verband onderdeel uitmaakt van een penitentiaire inrichting kan in de aanwijzing de Penitentiaire beginselenwet van toepassing worden verklaard.
3.
Het beheer van de rijksinstellingen berust bij Onze Minister.
4.
Het dagelijks beheer van een rijksinstelling berust bij het hoofd van de instelling, die als zodanig door Onze Minister wordt aangewezen. Het dagelijks beheer van een instelling welke deel uit maakt van een penitentiaire inrichting berust bij de directeur van de inrichting.
5.
Het hoofd van de instelling wijst, met machtiging van Onze Minister, één of meer personen als zijn vervanger aan.