Einde inhoudsopgave
Besluit (EU) 2021/1764 inzake de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Unie, met inbegrip van de betrekkingen tussen de Europese Unie enerzijds en Groenland en het Koninkrijk Denemarken anderzijds (Besluit betreffende de LGO-associatie, met inbegrip van Groenland)
Artikel 89 Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
Geldend
Geldend vanaf 08-10-2021
- Bronpublicatie:
05-10-2021, PbEU 2021, L 355 (uitgifte: 07-10-2021, regelingnummer: 2021/1764)
- Inwerkingtreding
08-10-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-10-2021, PbEU 2021, L 355 (uitgifte: 07-10-2021, regelingnummer: 2021/1764)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
EU-recht / Financiering
EU-recht / Marktintegratie
1.
De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de voorwaarden van dit artikel.
2.
De in artikel 88 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend voor een periode van vijf jaar met ingang van 1 januari 2021. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van een termijn tegen deze verlenging verzet.
3.
De Raad kan de in artikel 88 bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het besluit wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
4.
Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven.
5.
Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan kennisgeving aan de Raad.
6.
Een krachtens artikel 88 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt pas in werking als de Raad binnen een termijn van twee maanden na de datum van kennisgeving van die handeling aan de Raad geen bezwaar heeft gemaakt tegen de gedelegeerde handeling, of als de Raad de Commissie voor het verstrijken van deze termijn heeft meegedeeld niet voornemens te zijn bezwaar te maken. Die termijn kan op initiatief van de Raad met twee maanden worden verlengd.