Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 6/2002 betreffende Gemeenschapsmodellen
Artikel 32 Licentie
Geldend
Geldend vanaf 06-03-2002
- Bronpublicatie:
12-12-2001, PbEG 2002, L 3 (uitgifte: 05-01-2002, regelingnummer: 6/2002)
- Inwerkingtreding
06-03-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-12-2001, PbEG 2002, L 3 (uitgifte: 05-01-2002, regelingnummer: 6/2002)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
1.
Een Gemeenschapsmodel kan het voorwerp zijn van een licentie voor de gehele Gemeenschap of voor een deel daarvan. Een licentie kan al dan niet uitsluitend zijn.
2.
Onverminderd eventuele rechtsvorderingen op basis van het contractenrecht, kunnen de aan het Gemeenschapsmodel verbonden rechten door de houder worden ingeroepen tegen een licentiehouder die handelt in strijd met een van de bepalingen van de licentieovereenkomst inzake de duur daarvan, de vorm waarin het model mag worden gebruikt, de reeks voortbrengselen waarvoor de licentie is verleend en de kwaliteit van de door de licentiehouder vervaardigde voortbrengselen.
3.
Onverminderd het bepaalde in de licentieovereenkomst, kan de licentiehouder een vordering wegens inbreuk op het Gemeenschapsmodel alleen instellen met toestemming van de houder van het Gemeenschapsmodel. De houder van een uitsluitende licentie kan een dergelijke vordering evenwel instellen, indien de houder van het Gemeenschapsmodel niet, na daartoe te zijn aangespoord, binnen een redelijke termijn zelf een vordering wegens inbreuk instelt.
4.
De licentiehouder kan in de vordering wegens inbreuk die de houder van het Gemeenschapsmodel aanhangig heeft gemaakt, tussenkomen om de door hem geleden schade vergoed te krijgen.
5.
Wanneer het een ingeschreven Gemeenschapsmodel betreft, wordt de verlening of overgang van een desbetreffende licentie op verzoek van een der partijen ingeschreven in het register en gepubliceerd.