Einde inhoudsopgave
Vrijstellingsregeling Wft
Artikel 20 [Stichtingen]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2007
- Redactionele toelichting
Deze regeling treedt tegelijk in werking met de Wet op het financieel toezicht (28-09-2006, Stb. 475).
- Bronpublicatie:
15-11-2006, Stcrt. 2006, 229 (uitgifte: 23-11-2006, regelingnummer: FM2006-02672M)
- Inwerkingtreding
01-01-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2006, Stb. 2006, 664 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Bijzondere onderwerpen
Van artikel 3:5, eerste lid, van de wet, zijn vrijgesteld stichtingen die:
- a.
als enige activiteit hebben het tijdelijke beheer van de opvorderbare gelden ten behoeve van de rechthebbenden of degenen die zullen blijken de rechthebbenden te zijn; en
- b.
uitsluitend werkzaam zijn voor advocaten die niet zelf gerechtigd zijn tot de opvorderbare gelden, hetgeen uit een schriftelijke overeenkomst tussen de desbetreffende stichtingen en de betrokken advocaten blijkt.