Einde inhoudsopgave
Besluit omzetbelasting landbouw
2.1 Veilinghouders
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
22-12-2017, Stcrt. 2017, 71064 (uitgifte: 29-12-2017, regelingnummer: 2017-21605)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2017, Stcrt. 2017, 71064 (uitgifte: 29-12-2017, regelingnummer: 2017-21605)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Omzetbelasting / Levering van goederen en diensten
Omzetbelasting / Bijzondere OB-regelingen
In artikel 3, vijfde lid, van de wet is bepaald dat goederen die over een veiling worden verhandeld, geacht worden aan en vervolgens door de houder van de veiling te zijn geleverd.
Dit heeft tot gevolg dat als landbouwers door hen als zodanig voortgebrachte, in onderdeel a van de bij de wet behorende Tabel I genoemde goederen over een veiling leveren, de veilinghouder voor de levering aan de koper btw is verschuldigd en dat de veilinghouder de aan hem in rekening gebrachte btw in aftrek kan brengen.
Onder het aan de veilinghouder in rekening gebrachte bedrag moet worden verstaan het bedrag dat de veilinghouder per saldo voor de geveilde goederen aan de landbouwer uitbetaalt. De veilinghouder betaalt aan de landbouwer een bedrag uit dat gelijk is aan de klokprijs verminderd met de kosten die de veilinghouder aan de landbouwer in rekening brengt met betrekking tot de geveilde goederen, het geheel verhoogd met de door de landbouwer verschuldigde btw.
Voorbeeld
De totale klokprijs van een door een landbouwer ter veiling aangevoerde partij groenten bedraagt exclusief btw € 1.100. De veilinghouder brengt voor die partij geveilde groenten aan de landbouwer € 100 aan veilingkosten in rekening. De landbouwer krijgt per saldo uitbetaald € 1.000 (exclusief btw). De afrekening voor de landbouwer zal er dan als volgt uitzien:
Totale klokprijs (geveild bedrag) | € 1.100,00 |
Veilingkosten | € 100,00 |
Basis voor uitbetaling | € 1.000,00 |
Btw 6% | € 60,00 |
Totaal | € 1.060,00 |
De netto-aankoopprijs voor de veilinghouder is € 1.000. Het op de afrekening vermelde bedrag aan btw van € 60 kan de veilinghouder immers op grond van artikel 15 van de wet in aftrek brengen.
Het hiervoor bedoelde verschil tussen de klokprijs van de geveilde goederen en het bedrag dat per saldo aan de landbouwer wordt uitbetaald, ontstaat doordat de veilinghouder bepaalde bedragen in mindering brengt op de klokprijs. Die bedragen vormen in het algemeen vergoedingen voor door de veilinghouder verrichte nevenprestaties. Deze prestaties zijn in een aantal gevallen belast naar het verlaagde tarief en in andere gevallen naar het algemene tarief. Met toepassing van artikel 63 (hardheidsclausule) keur ik het volgende goed.
Goedkeuring
Ik keur onder de volgende voorwaarde goed dat de veilinghouder de vergoeding voor de door de veilinghouder aan de landbouwer verrichte nevenprestaties in mindering brengt op de klokprijs. Vervolgens voldoet de landbouwer btw op basis van de met de vergoeding voor de nevenprestaties verminderde klokprijs. De veilinghouder kan deze btw in aftrek brengen (als is voldaan aan de voorwaarden van artikel 15 van de wet).
Voorwaarde
Voor toepassing van deze goedkeuring geldt de volgende voorwaarde:
De veilinghouder past deze regeling toe bij al de volgende bedragen:
- a.
veilingprovisie.
- b.
fusthuur, koelloon, sorteerloon en dergelijke, voor zover deze betrekking hebben op te veilen goederen. Te veilen goederen zijn in dit verband goederen die over de veiling zullen worden verhandeld. Zo hoeft de omstandigheid dat landbouwproducten gedurende langere tijd worden gekoeld zonder dat de landbouwer met betrekking tot die goederen een opdracht tot veilen heeft gegeven, op zichzelf niet te betekenen dat de veilinghouder de betreffende goederen niet ter veiling onder zich heeft.
Echter, wanneer de veilinghouder fusthuur, koelloon, sorteerloon, en dergelijke in rekening brengt voor prestaties die geen betrekking hebben op te veilen goederen, is hij voor die prestaties op de normale wijze btw verschuldigd. Het verminderen van de klokprijs met bedoelde bedragen blijft dan achterwege.
- c.
de kosten van het vervoer van te veilen goederen.
Het betreft hier kosten die door de veilinghouder aan de landbouwer worden (door)berekend.
- d.
de vergoeding voor het verstrekken van zogenoemde veilingbrieven.