Einde inhoudsopgave
Provinciale milieuverordening Noord-Brabant 2010
Artikel 4.4.7 Relatie met vergunningverlening
Geldend
Geldend vanaf 06-03-2012
- Bronpublicatie:
02-03-2012, Provinciaal blad van Noord-Brabant 2012, 63 (uitgifte: 05-03-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
06-03-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-03-2012, Provinciaal blad van Noord-Brabant 2012, 63 (uitgifte: 05-03-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Milieugevaarlijke stoffen
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
1.
Het bevoegd gezag dat een besluit neemt op een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een inrichting die behoort tot een categorie die is aangewezen in bijlage I van het Besluit omgevingsrecht en die is, dan wel zal zijn gelegen op een voormalige of gesloten stortplaats, betrekt bij het besluit het in de Nota opgenomen beleid.
2.
Het bevoegd gezag verbindt aan een omgevingsvergunning voor een inrichting als bedoeld in het eerste lid, voorschriften die tot doel hebben:
- a.
de bereikbaarheid van de nazorgvoorzieningen te garanderen;
- b.
aantasting van de nazorgvoorzieningen te voorkomen;
- c.
te voorkomen dat de uitvoering van de nazorg anderszins wordt belemmerd.
3.
Het bevoegd gezag kan afwijken van het gestelde in het tweede lid, indien het belang, dat de voormalige of gesloten stortplaats geen nadelige gevolgen voor het milieu veroorzaakt, zich daartegen niet verzet.
4.
Indien het bevoegd gezag, niet zijnde Gedeputeerde Staten, voornemens is de omgevingsvergunning te verlenen, stelt het daarvan Gedeputeerde Staten in kennis.
5.
Gedeputeerde Staten kunnen aan het bevoegd gezag aanwijzingen geven met betrekking tot de inhoud van de beslissing op een aanvraag als bedoeld in het eerste lid.