Einde inhoudsopgave
Wet rechtsherstel box 3
Artikel 5 Persoonsgebonden aftrek
Geldend
Geldend vanaf 28-12-2022. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
21-12-2022, Stb. 2022, 533 (uitgifte: 27-12-2022, kamerstukken: 36203)
- Inwerkingtreding
28-12-2022, terugwerkend tot: 01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2022, Stb. 2022, 533 (uitgifte: 27-12-2022, kamerstukken: 36203)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Vermogensrendementsheffing (box 3)
In afwijking van artikel 2.17, derde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001, wordt voor de persoonsgebonden aftrek, die voortvloeit uit een herrekening van het verzamelinkomen door toepassing van de artikelen 2 en 3, aangesloten bij de door de fiscale partners in de aangifte gekozen verdeling van uitgaven voor specifieke zorgkosten als bedoeld in afdeling 6.5 van de Wet inkomstenbelasting 2001 of aftrekbare giften als bedoeld in afdeling 6.9 van de Wet inkomstenbelasting 2001. Indien de belastingplichtige tezamen met zijn partner op een andere wijze het extra bedrag aan persoonsgebonden aftrek wil verdelen, kunnen zij hiervoor een verzoek om ambtshalve vermindering indienen bij de inspecteur waarin zij hun gezamenlijke keuze kenbaar maken.