Einde inhoudsopgave
Binnenvaartpolitiereglement
Artikel 7.08 Bewaking en toezicht
Geldend
Geldend vanaf 26-09-2012
- Bronpublicatie:
11-08-2012, Stb. 2012, 424 (uitgifte: 25-09-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
26-09-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-08-2012, Stb. 2012, 424 (uitgifte: 25-09-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
1.
Een stilliggend schip dat is geladen met de stoffen, bedoeld in het ADN, nr. 7.1.5.0.1 of nr. 7.2.5.0.2, of dat na het vervoer van dergelijke stoffen nog niet is ontdaan van gassen die gevaar op kunnen leveren moet zijn gesteld onder een zich voortdurend aan boord bevindende terzake kundige wachtsman. Deze verplichting geldt niet voor een in een haven stilliggend schip waaraan de bevoegde autoriteit daarvan vrijstelling of ontheffing heeft verleend.
2.
Een ander stilliggend schip moet, voor zover het geen schipper heeft, zijn gesteld onder toezicht van een persoon die zo nodig snel kan ingrijpen, tenzij de bevoegde autoriteit aan een schip van deze verplichting vrijstelling heeft verleend, dan wel hij gedoogt dat dit zonder toezicht stilligt.
Deze bepaling is eveneens van toepassing op een drijvend voorwerp en een drijvende inrichting wanneer zij stilliggen.