Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1011 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 273/2004 en Verordening (EG) nr. 111/2005 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1277/2005
Artikel 3 Voorwaarden voor het verlenen van een vergunning
Geldend
Geldend vanaf 30-06-2015
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2017, L 125).
- Bronpublicatie:
24-04-2015, PbEU 2015, L 162 (uitgifte: 27-06-2015, regelingnummer: 2015/1011)
- Inwerkingtreding
30-06-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-04-2015, PbEU 2015, L 162 (uitgifte: 27-06-2015, regelingnummer: 2015/1011)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
Om een vergunning overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 111/2005 te verkrijgen, wijst de marktdeelnemer een verantwoordelijke aan voor de handel in geregistreerde stoffen van categorie 1 van de bijlage bij die verordening, deelt hij aan de bevoegde instantie de naam en contactgegevens van die verantwoordelijke mee en stelt hij haar onverwijld in kennis van elke wijziging van deze gegevens.
De verantwoordelijke zorgt ervoor dat de invoer, uitvoer of intermediaire activiteiten overeenkomstig de toepasselijke wettelijke bepalingen plaatsvinden, en wordt gemachtigd de marktdeelnemer te vertegenwoordigen en de beslissingen te nemen die voor de uitvoering van deze taak nodig zijn.
2.
De betrokken marktdeelnemer voldoet aan alle volgende voorschriften en voorwaarden:
- a)
de marktdeelnemer neemt passende maatregelen tegen ongeoorloofde verwijdering van geregistreerde stoffen van categorie 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 273/2004 en van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 111/2005 van de plaatsen waar geregistreerde stoffen worden opgeslagen, geproduceerd, vervaardigd en verwerkt, en neemt passende maatregelen om zijn bedrijfsruimten te beveiligen;
- b)
de marktdeelnemer dient een aanvraag in die de volgende informatie bevat:
- i)
volledige naam, adres, telefoon en/of fax en e-mail van de aanvrager;
- ii)
volledige naam en contactgegevens van de verantwoordelijke;
- iii)
een beschrijving van de functie en de taken van de verantwoordelijke;
- iv)
volledig adres van elke bedrijfsruimte;
- v)
de beschrijving van alle plaatsen waar de onder ix) bedoelde verrichtingen plaatsvinden;
- vi)
informatie waaruit blijkt dat de in lid 2, onder a), bedoelde passende maatregelen zijn genomen;
- vii)
naam en GN-code van de geregistreerde stoffen zoals vermeld in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 273/2004 en in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 111/2005;
- viii)
de volgende gegevens, indien het een mengsel of een natuurproduct betreft:
- a)
naam van het mengsel of het natuurproduct;
- b)
naam en GN-code van de in het mengsel of het natuurproduct voorkomende geregistreerde stoffen zoals vermeld in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 273/2004 en in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 111/2005;
- c)
maximumpercentage van de in het mengsel of het natuurproduct voorkomende geregistreerde stoffen;
- ix)
een beschrijving van het geplande type verrichtingen bedoeld in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 273/2004 en in artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 111/2005;
- x)
een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van het handels- of activiteitenregister, waar van toepassing;
- xi)
een bewijs van goed gedrag van de betrokken marktdeelnemer en van de verantwoordelijke of een document waaruit blijkt dat zij de nodige waarborgen bieden voor de correcte afwikkeling van de verrichtingen of de informatie aan de hand waarvan de bevoegde instantie een dergelijk document kan verkrijgen.
3.
Indien aan de marktdeelnemer reeds de status van geautoriseerde marktdeelnemer (authorised economic operator, AEO) is verleend overeenkomstig artikel 5 bis van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad (1), kan hij in de aanvraag voor een vergunning het AEO-certificaatnummer vermelden zodat de bevoegde instantie zijn status van geautoriseerde marktdeelnemer in aanmerking kan nemen.
4.
Op schriftelijk verzoek van de desbetreffende bevoegde instantie verstrekt de aanvrager alle relevante aanvullende informatie.
5.
Indien de aanvrager een natuurlijke persoon is, is lid 2, onder b), ii) en iii), niet van toepassing; lid 2, onder b), iv), is slechts van toepassing indien relevant.
6.
Onverminderd de overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 273/2004 en artikel 26, lid 3, van Verordening (EG) nr. 111/2005 genomen maatregelen, weigert de bevoegde instantie de afgifte van een vergunning indien niet aan de voorwaarden van artikel 3, lid 2, onder b), van deze verordening is voldaan of indien er redelijke vermoedens bestaan dat de geregistreerde stoffen bestemd zijn voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen of psychotrope stoffen.
7.
In het geval van handel tussen de Unie en derde landen zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 111/2005 kan de bevoegde instantie de geldigheidsduur van de vergunning tot ten hoogste drie jaar beperken of van de marktdeelnemer verlangen dat hij op regelmatige tijdstippen en ten minste om de drie jaar aantoont dat nog altijd aan de voorwaarden voor de afgifte van de vergunning is voldaan.
De vergunningen die zijn afgegeven vóór de inwerkingtreding van deze verordening, blijven geldig.
8.
Een vergunning is niet overdraagbaar.
9.
De vergunninghouder vraagt een nieuwe vergunning aan wanneer hij het volgende beoogt:
- a)
de toevoeging van een geregistreerde stof;
- b)
de aanvang van nieuwe verrichtingen;
- c)
de wijziging van de locatie van de bedrijfsruimten waar de verrichtingen plaatsvinden.
In die gevallen is de bestaande vergunning niet langer geldig vanaf de eerste van onderstaande data:
- i)
de datum waarop de geldigheid verstrijkt, indien er overeenkomstig artikel 3, lid 7, van deze verordening of overeenkomstig artikel 3, lid 5, van Verordening (EG) nr. 273/2004 een geldigheidsduur is bepaald;
- ii)
de aanvangsdatum waarop de geldigheid van de nieuwe vergunning ingaat.
10.
Lid 9 is ook van toepassing op de vergunningen die zijn afgegeven vóór de datum van toepassing van deze verordening.
11.
De leden 2 tot en met 6, 8, 9 en 10 zijn ook van toepassing voor het verkrijgen van een vergunning overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 273/2004, met uitzondering van speciale vergunningen.
12.
De in artikel 3, leden 2 en 6, van Verordening (EG) nr. 273/2004 bedoelde overheidsinstanties omvatten douane, politie en officiële laboratoria van bevoegde instanties.
Voetnoten
Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek van 12 oktober 1992 (PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1).