Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) Nr. 1169/2011 verstrekking voedselinformatie aan consumenten, wijziging Verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 en intrekking Richtlijnen 87/250/EEG, 90/496/EEG, 1999/10/EG, 2000/13/EG, 2002/67/EG en 2008/5/EG en Verordening (EG) nr. 608/2004
Artikel 35 Aanvullende vormen van uitdrukking en presentatie
Geldend
Geldend vanaf 12-12-2011
- Redactionele toelichting
Dit artikel is gecorrigeerd via een rectificatie (13-09-2012, PbEU L 247).
- Bronpublicatie:
25-10-2011, PbEU 2011, L 304 (uitgifte: 22-11-2011, regelingnummer: 1169/2011)
- Inwerkingtreding
12-12-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-10-2011, PbEU 2011, L 304 (uitgifte: 22-11-2011, regelingnummer: 1169/2011)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Informatierecht / Bijzondere onderwerpen
Informatierecht / Reclame
1.
Ter aanvulling op de in artikel 32, leden 2 en 4, en artikel 33 bedoelde uitdrukkingsvormen en de in artikel 34, lid 2, bedoelde presentatie mogen de energetische waarde en de hoeveelheden nutriënten bedoeld in artikel 30, lid 1 tot en met 5, in andere uitdrukkingsvormen vermeld en/of gepresenteerd worden met gebruikmaking van andere grafische vormen of symbolen dan woorden en getallen, op voorwaarde dat aan de volgende vereisten is voldaan:
- a)
zij zijn gebaseerd op degelijk en wetenschappelijk verantwoord consumentenonderzoek en zijn niet misleidend voor de consument, in de zin van artikel 7;
- b)
de ontwikkeling ervan is het resultaat van overleg met een brede waaier aan belanghebbenden;
- c)
zij hebben tot doel de consument in staat te stellen een beter inzicht te krijgen in de bijdrage van het levensmiddel aan of het belang daarvan voor het energie- en nutriëntgehalte van een voedingspatroon;
- d)
er zijn wetenschappelijk verantwoorde gegevens waaruit blijkt dat de gemiddelde consument dergelijke uitdrukkings- of presentatievormen begrijpt;
- e)
in geval van andere uitdrukkingsvormen: zij zijn gebaseerd op de geharmoniseerde referentie-innames in bijlage XIII of, bij ontstentenis daarvan, op algemeen aanvaarde wetenschappelijke adviezen over de inname van energie of nutriënten;
- f)
zij zijn objectief en niet discriminerend, en
- g)
de toepassing ervan levert geen belemmeringen op voor het vrije goederenverkeer.
2.
De lidstaten kunnen exploitanten van levensmiddelenbedrijven het gebruik van een of meer extra uitdrukkings- of presentatievormen voor de voedingswaardevermelding aanbevelen die volgens hen het best voldoen aan de in de lid 1, punten a) tot en met g), vastgestelde vereisten. De lidstaten verstrekken de Commissie nadere gegevens over die extra uitdrukkings- en presentievormen.
3.
De lidstaten zorgen voor passend toezicht op de extra uitdrukkings- en presentatievormen van de voedingswaardevermelding die op hun grondgebied in de handel worden gebruikt.
Om het toezicht op het gebruik van die extra uitdrukkings- en presentatievormen te vergemakkelijken, kunnen de lidstaten eisen dat de levensmiddelenbedrijven die levensmiddelen met die informatie op hun grondgebied in de handel brengen de bevoegde autoriteiten van het gebruik van die uitdrukkings- en presentatievormen op de hoogte brengen, en daarbij vermelden hoe is voldaan aan de in de lid 1, punten a) tot en met g), vastgestelde vereisten. In dat geval kan tevens geëist worden dat ook informatie over de stopzetting van het gebruik van die extra uitdrukkings- en presentatievormen wordt verstrekt.
4.
De Commissie faciliteert en organiseert de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten onderling en met haarzelf over zaken die betrekking hebben op kwesties die verband houden met het gebruik van extra uitdrukkings- of presentatievormen voor de voedingswaarde-vermelding.
5.
Uiterlijk 13 december 2017 dient de Commissie in het licht van de opgedane ervaring bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over het gebruik van extra uitdrukkings- en presentatievormen, over de gevolgen ervan voor de interne markt en de vraag of het raadzaam is deze uitdrukkings- en presentatievormen verder te harmoniseren. Daartoe verstrekken de lidstaten de Commissie relevante informatie over het gebruik van die extra uitdrukkings- en presentatievormen in de handel op hun grondgebied. De Commissie kan dit verslag vergezeld doen gaan van voorstellen tot wijziging van de betreffende wetgeving van de Unie.
6.
Met het oog op de eenvormige uitvoering van dit artikel, stelt de Commissie uitvoeringshandelingen vast met gedetailleerde voorschriften voor de toepassing van leden 1, 3 en 4 van dit artikel. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 48, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.