Einde inhoudsopgave
Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg
Artikel 103
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2016
- Bronpublicatie:
07-10-2015, Stb. 2015, 407 (uitgifte: 11-11-2015, kamerstukken: 32402)
- Inwerkingtreding
01-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2015, Stb. 2015, 525 (uitgifte: 21-12-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Klacht- en tuchtrecht
Gezondheidsrecht / Ordening en verzekering
Bijzonder strafrecht / Bijzondere onderwerpen strafrecht
1.
Indien tijdens het plegen van een strafbaar feit, omschreven in artikel 97, nog geen vier jaren zijn verlopen sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens een strafbaar feit, omschreven in de artikelen 96 en 97, onherroepelijk is geworden, kan hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie worden opgelegd.
2.
Indien tijdens het plegen van een strafbaar feit, omschreven in artikel 96, eerste lid, nog geen vier jaren zijn verlopen sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens een strafbaar feit, omschreven in de artikelen 96 en 97, onherroepelijk is geworden, kan de gevangenisstraf met een derde worden verhoogd.
3.
Indien tijdens het plegen van een strafbaar feit, omschreven in artikel 96, tweede lid, nog geen vier jaren zijn verlopen sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens een strafbaar feit, omschreven in de artikelen 96 en 97, onherroepelijk is geworden, kan hechtenis voor de duur van een jaar en vier maanden worden opgelegd.
4.
Onder vroegere veroordeling als bedoeld in dit artikel wordt mede verstaan een vroegere veroordeling door een strafrechter in een andere lidstaat van de Europese Unie wegens feiten soortgelijk aan de feiten, bedoeld in de artikelen 96 en 97.