Regeling schatkistbankieren RWT’s en andere rechtspersonen
Bijlage
Geldend
Geldend vanaf 05-10-2023
- Bronpublicatie:
28-06-2023, Stcrt. 2023, 21745 (uitgifte: 03-08-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
05-10-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-06-2023, Stcrt. 2023, 21745 (uitgifte: 03-08-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / Rijksfinanciën
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
Overheidsfinanciën / Algemeen
behorend bij artikel 8 van de Regeling schatkistbankieren rwt’s en andere rechtspersonen
Bepaling 1. Begrippen
In deze bijlage wordt verstaan onder:
betaalrekening: conform artikel 1 van de regeling;
creditrente: rente gerekend op het creditsaldo op de rekening-courant conform de regeling;
creditsaldo: een positief saldo op de rekening-courant;
debetrente: rente gerekend op het debetsaldo op de rekening-courant conform de regeling;
debetsaldo: een negatief saldo op de rekening-courant;
deposito: conform artikel 1 van de regeling;
regeling: de Regeling schatkistbankieren RWT’s en andere rechtspersonen;
rekening-courant: conform artikel 1 van de regeling;
rekening-courantkrediet: conform artikel 1 van de regeling;
werkdag: kalenderdagen, behoudens weekenden en algemeen erkende feestdagen, waarop de overeengekomen werkzaamheden zullen worden verricht.
Bepaling 2. Rekening-courant
- 1.
De Minister van Financiën is verantwoordelijk voor de verwerking van de mutaties in de rekening-courant.
- 2.
De Minister van Financiën kan een opdracht tot een debetboeking van de rekening-courant weigeren, indien deze boeking leidt tot een overschrijding van het rekening-courantkrediet, bedoeld in artikel 6 van de regeling.
- 3.
Het rekening-courantkrediet is gelijk aan het bedrag waarvoor de betrokken Minister zich jegens de Minister van Financiën garant stelt.
- 4.
De Minister van Financiën en de betrokken Minister zijn afzonderlijk bevoegd de omvang van het rekening-courantkrediet gemotiveerd met onmiddellijke ingang aan te passen, op nul te stellen of aanvullende voorwaarden hieraan te verbinden.
Bepaling 3. Saldoregulatie
- 1.
Aan het einde van iedere werkdag wordt het saldo op een betaalrekening gemuteerd tot nul euro door afschrijving van c.q. aanvulling op de rekening-courant.
- 2.
Ten behoeve van de saldoregulatie, als bedoeld in het eerste lid, heeft de rechtspersoon aan de Minister van Financiën een volmacht gegeven, waarvan een kopie aan de desbetreffende bank wordt verstrekt.
Bepaling 4. Rente
- 1.
De Minister van Financiën vergoedt aan de rechtspersoon creditrente over creditsaldi op de rekening-courant conform artikel 4, eerste lid, van de regeling. De rechtspersoon vergoedt aan de Minister van Financiën debetrente over debetsaldi op de rekening-courant conform artikel 4, vijfde lid, van de regeling .
- 2.
Verschuldigde creditrente wordt verrekend met verschuldigde debetrente, waaronder begrepen de debetrente, bedoeld in artikel 6, vierde lid van de regeling.
- 3.
De rente die verschuldigd is na de verrekening, bedoeld in het tweede lid, wordt verrekend op de rekening-courant per de eerste kalenderdag na afloop van het kwartaal waarop de credit- respectievelijk debetrente betrekking heeft.
- 4.
Bij de berekening van de credit- en/of debetrente op de rekening-courant en voor de creditrente op deposito’s met een looptijd gelijk aan of korter dan 12 maanden wordt de renteconventie ‘actual/360’ gehanteerd. Voor deposito’s en leningen met een looptijd langer dan 12 maanden wordt de renteconventie ‘actual/actual’ gehanteerd.
- 5.
Bij beëindiging van deelname aan schatkistbankieren wordt verschuldigde rente vergoed dan wel geïnd op de dag waarop de rekening-courant wordt beëindigd.
Bepaling 5. Deposito’s
- 1.
Bij voldoende creditsaldo heeft de rechtspersoon de mogelijkheid om bij de Minister van Financiën deposito’s te plaatsen.
- 2.
Een rechtspersoon kan de Minister van Financiën verzoeken zijn rekening-courant te debiteren voor het plaatsen van een deposito.
- 3.
Indien de Minister van Financiën akkoord is met het verzoek, bevestigt de Minister van Financiën het plaatsen en de kenmerken van een deposito.
- 4.
De rente wordt jaarlijks op de rentevervaldatum van het deposito uitgekeerd. De rente over een deposito dat niet afloopt op een rentevervaldatum, vervalt op de afloopdatum van het deposito. De Minister van Financiën schrijft op de afloopdatum het bedrag van de rente en het deposito bij op de rekening-courant.
- 5.
De rechtspersoon mag, met inachtneming van de geldende opzegtermijn, een deposito vervroegd beëindigen, zoals bedoeld in artikel 2, vierde lid, van de regeling.
- 6.
De Minister van Financiën schrijft het bedrag conform het vorige lid bij op de rekening-courant op de door de rechtspersoon gevraagde dag.
Bepaling 6. Informatievoorziening en geheimhouding
- 1.
De Minister van Financiën stelt de rechtspersoon rekeningafschriften van de rekening-courant elektronisch beschikbaar.
- 2.
De Minister van Financiën stelt na afloop van ieder kwartaal een rentenota van de rekening-courant over dat kwartaal elektronisch ter beschikking aan de rechtspersoon.
- 3.
De Minister van Financiën gebruikt de informatie over een rekening-courant, een rekening-courantkrediet, een lening en een deposito uitsluitend ten behoeve van de uitvoering van de overeenkomst en de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.
- 4.
De rechtspersoon informeert de Minister van Financiën vooraf over voorgenomen betalingen ten laste van de rekening-courant indien deze op een werkdag tezamen 20 miljoen euro of meer bedragen.
- 5.
De rechtspersoon controleert, voor zover mogelijk, of door of namens de rechtspersoon gegeven opdrachten door de Minister van Financiën juist en volledig zijn uitgevoerd. Bij constatering van een onjuistheid of onvolledigheid brengt de rechtspersoon de Minister van Financiën daarvan zo spoedig mogelijk in kennis, waarna de Minister van Financiën, bij akkoordbevinding, een correctie zal uitvoeren.
Bepaling 7. Beëindiging van deelname aan schatkistbankieren
- 1.
Rechtspersonen die op vrijwillige basis deelnemen aan schatkistbankieren kunnen hun deelname aan schatkistbankieren schriftelijk opzeggen met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden. De deelname aan schatkistbankieren wordt niet eerder beëindigd dan nadat de rechtspersoon die opzegt aan alle verplichtingen uit hoofde van de deelname aan schatkistbankieren heeft voldaan.
- 2.
De Minister van Financiën kan de aanwijzing van partijen die op vrijwillige basis schatkistbankieren intrekken met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden. De aanwijzing tot deelname aan schatkistbankieren wordt niet ingetrokken dan nadat de Minister van Financiën aan alle verplichtingen uit hoofde van de deelname aan schatkistbankieren heeft voldaan.
- 3.
De Minister van Financiën en de rechtspersoon die op vrijwillige basis deelneemt aan schatkistbankieren kunnen in een individueel geval een kortere opzegtermijn overeenkomen dan de termijnen bedoeld in het eerste en het tweede lid.