Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek
Artikel 1 [Begripsomschrijvingen]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
13-12-2023, Stb. 2023, 483 (uitgifte: 21-12-2023, kamerstukken: 36190)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stb. 2023, 491 (uitgifte: 22-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
Ministerie van Justitie
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
1.
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
huisvestingsvergunning: vergunning als bedoeld in artikel 8 van de Huisvestingswet 2014;
- b.
regio: gebied dat uit een oogpunt van het functioneren van de woonruimtemarkt als een samenhangend geheel kan worden beschouwd;
- c.
huisvestingsverordening: verordening als bedoeld in artikel 4 van de Huisvestingswet 2014;
- d.
Onze Minister: Onze Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.
2.
Op de huisvestingsvergunning, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, en de huisvestingsverordening, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, zijn de artikelen 5, 6, eerste en tweede lid, 8, 9, eerste lid, 18, 19, 20 en 32 tot en met 35 van de Huisvestingswet 2014 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat in die artikelen voor ‘artikel 7’ wordt gelezen: artikel 8, 9 of 10 van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek.