Einde inhoudsopgave
Kaderbesluit subsidies I en M
Artikel 10
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2015
- Bronpublicatie:
11-02-2015, Stb. 2015, 96 (uitgifte: 04-03-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-02-2015, Stb. 2015, 96 (uitgifte: 04-03-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
1.
Een aanvraag om subsidie wordt ingediend met gebruikmaking van een daartoe door Onze Minister beschikbaar gesteld middel.
2.
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de aanvraag om subsidie en over de periode waarbinnen de aanvraag wordt ingediend.
3.
De aanvraag gaat vergezeld van de in het middel aangegeven bescheiden.
4.
De aanvraag bevat, tenzij bij ministeriële regeling anders is bepaald, in ieder geval de volgende gegevens en bescheiden:
- a.
een overzicht van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd;
- b.
een toelichting op de wijze waarop en de mate waarin de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd een bijdrage leveren aan de doelstellingen van de desbetreffende ministeriële regeling;
- c.
een gespecificeerde begroting, die een goed inzicht geeft in de kosten van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd;
- d.
een tijdplanning van de activiteit;
- e.
indien voorschotten worden gewenst, een weergave van de liquiditeitsbehoefte gedurende het tijdvak waarvoor subsidie wordt gevraagd, zo mogelijk per tijdvak van drie maanden;
- f.
het bankrekeningnummer waarop het subsidiebedrag dient te worden gestort, inclusief een bewijs dat de bankrekening op naam van de aanvrager staat;
- g.
indien van toepassing, het inschrijfnummer van de aanvrager bij de Kamer van Koophandel.
5.
Bij de aanvraag tot subsidieverlening voor een subsidie van € 25 000,– of meer kan een gespecificeerde begroting worden overlegd, waaruit ten minste blijkt hoe hoog de totale kosten van de te subsidiëren activiteit zijn.