Einde inhoudsopgave
Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen
Artikel 16 [Afwijzing OvJ]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1988
- Bronpublicatie:
10-09-1986, Stb. 1986, 464 (uitgifte: 25-09-1986, kamerstukken: 18129 )
- Inwerkingtreding
01-01-1988
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-10-1987, Stb. 1987, 448 (uitgifte: 01-01-1987, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Buitenlandse Zaken
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Overdracht en overname strafvervolging
Indien de officier van justitie, die het verzoek tot tenuitvoerlegging heeft ontvangen, van oordeel is dat het niet voor inwilliging vatbaar is of dat aanleiding bestaat gebruik te maken van een der in het toepasselijke verdrag omschreven gronden tot weigering van de tenuitvoerlegging, brengt hij dit oordeel onverwijld vergezeld van zijn advies ter kennis van Onze Minister, die daaromtrent beslist. De officier van justitie deelt de veroordeelde, die krachtens deze wet van zijn vrijheid is beroofd, onverwijld mede op welke dag hij zijn advies aan Onze Minister heeft uitgebracht.