Einde inhoudsopgave
Besluit inburgering 2021
Artikel 3.4 Inhoud examen kennis van de Nederlandse maatschappij
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
27-08-2021, Stb. 2021, 410 (uitgifte: 01-09-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-2021, Stb. 2021, 586 (uitgifte: 03-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de Wet inburgering 2021 (02-12-2020, Stb. 2021, 38).
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Inburgering (V)
1.
Het inburgeringsexamen bestaat wat betreft de examinering van de kennis van de Nederlandse maatschappij, uit de volgende onderwerpen:
- a.
werk en inkomen;
- b.
omgangsvormen, waarden en normen;
- c.
wonen;
- d.
gezondheid en gezondheidszorg;
- e.
geschiedenis en geografie;
- f.
instanties;
- g.
staatsinrichting en rechtsstaat; en
- h.
onderwijs en opvoeding.
2.
Bij ministeriële regeling worden de onderwerpen, genoemd in het eerste lid, nader uitgewerkt in te behalen eindtermen.