Dienstenbesluit centraal loket
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 07-12-2009
- Bronpublicatie:
26-11-2009, Stb. 2009, 504 (uitgifte: 04-12-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
07-12-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-11-2009, Stb. 2009, 505 (uitgifte: 04-12-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
Het centraal loket is zodanig ingericht dat:
- a.
een bevoegde instantie of een dienstverrichter kan beschikken over een aansluiting op dat loket met behulp waarvan procedureberichten via dat loket verzonden en ontvangen kunnen worden;
- b.
een bevoegde instantie of een dienstverrichter via het centraal loket ook een procedurebericht kan verzenden of ontvangen, indien door die bevoegde instantie of dienstverrichter daaraan een functionaliteit is verbonden die de betrouwbaarheid of vertrouwelijkheid van dat bericht vergroot;
- c.
de ononderbroken werking van het centraal loket zo goed mogelijk wordt gewaarborgd, ook tijdens werkzaamheden betreffende onderhoud, vervanging of uitbreiding van voorzieningen die van het centraal loket deel uitmaken;
- d.
de kans op onvoorziene storingen in de werking van het centraal loket zo klein mogelijk is en de gevolgen daarvan zo spoedig mogelijk ongedaan worden gemaakt;
- e.
indien op grond van artikel 13, tweede lid, van de Dienstenwet, bij ministeriële regeling regels worden gesteld inzake vernietigingstermijnen van via het centraal loket verzonden berichten, die binnen dit loket aanwezige berichten na het verstrijken van de daarop toepasselijke termijnen onverwijld worden vernietigd;
- f.
doorzending van berichten tussen bevoegde instanties via dat loket mogelijk is.