Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2018/1807 inzake een kader voor het vrije verkeer van niet-persoonsgebonden gegevens in de Europese Unie
Artikel 4 Vrij verkeer van gegevens binnen de Unie
Geldend
Geldend vanaf 18-12-2018
- Bronpublicatie:
14-11-2018, PbEU 2018, L 303 (uitgifte: 28-11-2018, regelingnummer: 2018/1807)
- Inwerkingtreding
18-12-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-11-2018, PbEU 2018, L 303 (uitgifte: 28-11-2018, regelingnummer: 2018/1807)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Informatierecht / ICT
1.
Gegevenslokalisatievereisten zijn verboden, behalve wanneer zij in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel om redenen van openbare veiligheid gerechtvaardigd zijn.
De eerste alinea van dit lid geldt onverminderd lid 3 en onverminderd gegevenslokalisatievereisten die op basis van het bestaande Unierecht zijn vastgesteld.
2.
De lidstaten delen onverwijld elke ontwerphandeling waarbij een nieuw gegevenslokalisatievereiste wordt ingevoerd of een bestaand gegevenslokalisatievereiste wordt gewijzigd, mee aan de Commissie overeenkomstig de procedures waarin de artikelen 5, 6 en 7 van Richtlijn (EU) 2015/1535 voorzien.
3.
De lidstaten doen het nodige opdat alle bestaande in een wettelijke of bestuursrechtelijke bepaling van algemene strekking vastgelegde gegevenslokalisatievereisten die niet in overeenstemming zijn met lid 1 van dit artikel uiterlijk op 30 mei 2021 worden ingetrokken.
Bestaande maatregelen die gegevenslokalisatievereisten bevatten en die volgens een lidstaat in overeenstemming zijn met lid 1 van dit artikel en bijgevolg van toepassing kunnen blijven, dienen met opgave van de redenen daarvoor uiterlijk op 30 mei 2021 aan de Commissie te worden meegedeeld. Onverminderd artikel 258 VWEU beoordeelt de Commissie binnen zes maanden na ontvangst van een dergelijke mededeling of die maatregel in overeenstemming is met lid 1 van dit artikel en maakt zij ten aanzien van de betrokken lidstaat waar passend opmerkingen, waaronder zo nodig in de vorm van aanbevelingen tot wijziging of intrekking van de maatregel.
4.
De lidstaten maken de details van de in een wettelijke of bestuursrechtelijke bepaling van algemene strekking vastgelegde gegevenslokalisatievereisten, die op hun grondgebied van toepassing zijn, voor het publiek beschikbaar door middel van een centraal nationaal online-informatiepunt waarvan zij de actualiteit bewaken, of voorzien een overeenkomstig een andere Uniehandeling ingesteld centraal informatiepunt van actuele informatie over deze gegevensvereisten.
5.
De lidstaten delen de Commissie het adres mee van hun in lid 4 bedoelde centrale informatiepunt. De Commissie zet de koppeling(en) naar dit informatiepunt/deze informatiepunten op haar website, samen met een regelmatig bijgewerkte, geconsolideerde lijst van alle gegevenslokalisatievereisten als bedoeld in lid 4, met beknopte informatie over die vereisten.