Einde inhoudsopgave
Drinkwaterwet
Artikel 50
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
12-02-2020, Stb. 2020, 172 (uitgifte: 17-06-2020, kamerstukken: 34986)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Waterrecht (V)
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Onze Minister is bevoegd tot toepassing van bestuursdwang ter handhaving van deze wet en de daarop berustende bepalingen.
2.
In afwijking van het eerste lid is Onze Minister van Economische Zaken bevoegd tot toepassing van bestuursdwang ter handhaving van deze wet en de daarop berustende bepalingen voor zover het betreft voorzieningen voor de winning, behandeling of distributie van water op een binnen het Nederlandse territoir of het Nederlandse deel van het continentale plat gelegen mijnbouwinstallatie als bedoeld in artikel 1, onderdeel o, van de Mijnbouwwet, welk water als drinkwater aan consumenten binnen die mijnbouwinstallatie ter beschikking wordt gesteld.
3.
In afwijking van het eerste lid is, ingeval van overtreding van artikel 7, derde lid, eerste of tweede volzin, artikel 70a van de Mededingingswet van overeenkomstige toepassing en is artikel 82 van die wet van toepassing.