Einde inhoudsopgave
Wet agrarisch grondverkeer
Artikel 45
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2004
- Bronpublicatie:
13-05-2004, Stb. 2004, 215 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken: 28958)
- Inwerkingtreding
01-07-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-06-2004, Stb. 2004, 275 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Financiën
Ministerie van Justitie
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht / Pachtrecht
Ruimtelijk bestuursrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Indien een verzoek als bedoeld in artikel 44 aan de rechtbank wordt gedaan, benoemt deze één van haar leden als commissaris om, te zamen met de ingevolge artikel 43 benoemde deskundigen en vergezeld van een griffier, een onderzoek in te stellen om te dien einde de ligging en gesteldheid van het land op te nemen. De tijd en plaats van opneming worden door de rechter-commissaris zo spoedig mogelijk bepaald en door de griffier medegedeeld aan de deskundigen, zomede aan de partijen die bij de opneming aanwezig kunnen zijn.
2.
Van de opneming maakt de griffier een door de rechter-commissaris en door hemzelf te ondertekenen proces-verbaal op. De rechter-commissaris draagt aan de deskundigen op een nader advies over de prijs uit te brengen en stelt de dag vast, waarop dit advies ter griffie van de rechtbank zal worden neergelegd. Deze dag zal niet later worden bepaald dan uiterlijk drie maanden na de dag van opneming. In het proces-verbaal wordt de dag van de nederlegging vermeld.