Sanctieregeling ISIS en Al Qaida 2016
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 02-05-2023
- Bronpublicatie:
20-04-2023, Stcrt. 2023, 12408 (uitgifte: 01-05-2023, regelingnummer: MinBuza.2023.15320-16)
- Inwerkingtreding
02-05-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-04-2023, Stcrt. 2023, 12408 (uitgifte: 01-05-2023, regelingnummer: MinBuza.2023.15320-16)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen 2, eerste lid, tweede lid en lid 2 bis, 3, 4 en 5, eerste en tweede lid, van Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad van de Europese Unie van 27 mei 2002 tot vaststelling van beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met het Al-Qa’ida-netwerk (Pb EG L 139) met dien verstande dat het verbod te handelen in strijd met vorenbedoeld artikel 2, eerste lid, tweede lid en lid 2 bis, niet van toepassing is in gevallen waarin artikel 2, vijfde lid, 2 bis of 2 ter van Verordening (EG) nr. 881/2002 van toepassing is.
2.
De bevoegde autoriteit, bedoeld in de artikelen 2 bis, 2 ter en 4 van Verordening (EG) nr. 881/2002, is de Minister van Financiën dan wel de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking elk voor het gebied waartoe hun competentie zich uitstrekt. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 881/2002, is, afhankelijk van de aard van de informatie, de Minister van Financiën dan wel de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.