Einde inhoudsopgave
Omgevingswet
Artikel 10.3 (gedoogplichten waterbeheer)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
19-02-2020, Stb. 2020, 87 (uitgifte: 16-03-2020, kamerstukken: 34864)
23-03-2016, Stb. 2016, 156 (uitgifte: 26-04-2016, kamerstukken: 33962)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
20-03-2023, Stb. 2023, 89 (uitgifte: 22-03-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Economische Zaken
- Vakgebied(en)
Waterrecht (V)
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Een rechthebbende gedoogt bij gronden, gelegen aan of in een oppervlaktewaterlichaam waarvan het onderhoud wordt verricht door of namens de beheerder: het ontvangen op die gronden van specie of maaisel, dat vanwege regulier onderhoud van dat oppervlaktewaterlichaam wordt verwijderd.
2.
Voor de toepassing van het eerste lid worden gronden die zijn gescheiden van het oppervlaktewaterlichaam vanwege een weg of door een grondstrook die te smal is om het maaisel of de specie te ontvangen, aangemerkt als gronden gelegen aan een oppervlaktewaterlichaam.
3.
Een rechthebbende gedoogt bij gronden waar het grondwater invloed ondervindt van een wateractiviteit bestaande uit:
- a.
het onttrekken van grondwater door een daarvoor bestemde voorziening, of
- b.
het in de bodem brengen van water, ter aanvulling van het grondwater, in samenhang met dat onttrekken,
voor zover die activiteit wordt verricht op grond van een omgevingsvergunning of als daarvoor een melding als bedoeld in artikel 4.4, eerste lid, is vereist: het onder a en b bedoelde onttrekken of in de bodem brengen.
4.
Een rechthebbende gedoogt bij gronden, gelegen in of deel uitmakend van een oppervlaktewaterlichaam of bergingsgebied: wateroverlast en overstromingen door de afvoer of tijdelijke berging van oppervlaktewater.
5.
Een rechthebbende gedoogt maatregelen, in het kader van het beschermen van de kwaliteit van grondwaterlichamen, opgenomen in:
- a.
een regionaal waterprogramma als bedoeld in artikel 3.8,
- b.
een programma van een waterschap als bedoeld in artikel 3.7, of
- c.
een programma van het college van burgemeester en wethouders.