Einde inhoudsopgave
Besluit experimenten flexibel hoger onderwijs
Artikel 1 Algemene begripsbepalingen experimenten
Geldend
Geldend van 01-01-2019 tot 01-01-2025
- Bronpublicatie:
20-11-2018, Stb. 2018, 441 (uitgifte: 29-11-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-11-2018, Stb. 2018, 441 (uitgifte: 29-11-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
In dit besluit wordt verstaan onder:
- a.
- b.
Onze Minister: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
- c.
inspectie: de inspectie, bedoeld in de Wet op het onderwijstoezicht;
- d.
instelling voor hoger onderwijs: instelling voor hoger onderwijs als bedoeld in de wet;
- e.
bekostigde instelling voor hoger onderwijs: bekostigde instelling voor hoger onderwijs, bedoeld in artikel 1.8 van de wet;
- f.
bestuur: instellingsbestuur als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel j, van de wet;
- g.
rechtspersoon voor hoger onderwijs: rechtspersoon als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel aa, van de wet;
- h.
hoger onderwijs: onderwijs, bedoeld in artikel 1.1, onderdeel d, van de wet;
- i.
wetenschappelijk onderwijs: hoger onderwijs, bedoeld in artikel 1.1, onderdeel c, van de wet;
- j.
hoger beroepsonderwijs: hoger onderwijs, bedoeld in artikel 1.1, onderdeel d, van de wet;
- k.
bacheloropleiding: bacheloropleiding als bedoeld in artikel 7.3a, eerste lid, onderdeel a, of tweede lid, onderdeel a, van de wet;
- l.
masteropleiding: masteropleiding als bedoeld in artikel 7.3a, eerste lid, onderdeel b, of tweede lid, onderdeel b, van de wet;
- m.
deeltijds: deeltijds als bedoeld in artikel 7.7, eerste lid, van de wet;
- n.
duaal: duaal als bedoeld in artikel 7.7, tweede lid, van de wet;
- o.
Ad-opleiding: Ad-opleiding als bedoeld in artikel 7.3a, tweede lid, onderdeel a, van de wet;
- p.
accreditatieorgaan: de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie bedoeld in artikel 1 van het op 3 september 2003 te Den Haag totstandgekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Vlaamse Gemeenschap van België inzake de accreditatie van opleidingen binnen het Nederlandse en Vlaamse hoger onderwijs (Trb. 2003, 167);
- q.
accreditatie: keurmerk dat tot uitdrukking brengt dat de kwaliteit van een bachelor- of een masteropleiding door het accreditatieorgaan positief is beoordeeld;
- r.
toets nieuwe opleiding: keurmerk dat tot uitdrukking brengt dat de kwaliteit van een voorgenomen bachelor- of masteropleiding door het accreditatieorgaan positief is beoordeeld;
- s.
studiepunt: studiepunt als bedoeld in artikel 7.4, eerste lid, van de wet;
- t.
studielast: studielast als bedoeld in artikel 7.4, van de wet;
- u.
leeruitkomst: inhoud en niveau van kennis, inzicht en vaardigheden die zijn vereist om een bepaald aantal studiepunten te behalen;
- v.
educatieve module: module wetenschappelijk onderwijs als bedoeld in artikel 27;
- w.
certificaat educatieve module: door de examencommissie van een instelling voor hoger onderwijs afgegeven getuigschrift ten bewijze dat een educatieve module met goed gevolg is afgerond;
- x.
examencommissie: examencommissie als bedoeld in artikel 7.12 van de wet;
- y.
onderwijs- en examenregeling: onderwijs- en examenregeling als bedoeld in artikel 7.13 van de wet;
- z.
experiment leeruitkomsten: experiment als bedoeld in artikel 7;
- aa.
experiment accreditatie onvolledige opleidingen: experiment als bedoeld in artikel 19;
- bb.
experiment educatieve module: experiment als bedoeld in artikel 27;
- cc.
experiment flexstuderen: experiment als bedoeld in artikel 17b;
- dd.
studiejaar: tijdvak dat begint op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende jaar.