Einde inhoudsopgave
Wet OM-afdoening
Artikel III
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2012
- Redactionele toelichting
Onderdeel B is in werking getreden.
- Bronpublicatie:
07-07-2006, Stb. 2006, 330 (uitgifte: 18-07-2006, kamerstukken: 29849)
- Inwerkingtreding
01-05-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-04-2012, Stb. 2012, 177 (uitgifte: 26-04-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Materieel strafrecht / Sancties
De Wet op de economische delicten wordt als volgt gewijzigd:
- A.
Artikel 36 komt te luiden:
Artikel 36
1
Bij toepassing van artikel 257a van het Wetboek van Strafvordering kan tevens de aanwijzing worden gegeven dat wordt verricht hetgeen wederrechtelijk is nagelaten, tenietgedaan hetgeen wederrechtelijk is verricht en dat prestaties tot het goedmaken van een en ander worden verricht, alles op kosten van de verdachte, voor zover niet anders wordt bepaald.
2
Indien de verdachte een rechtspersoon is, behoeft deze, in afwijking van artikel 257c, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, slechts onder bijstand van een raadsman te worden gehoord als de strafbeschikking betalingsverplichtingen uit hoofde van geldboete en schadevergoedingsmaatregel bevat welke afzonderlijk of gezamenlijk meer belopen dan € 10 000.
- B.
Artikel 37 vervalt.