Einde inhoudsopgave
Wet op de rechterlijke organisatie
Artikel 50 [Kamer voor spoedeisende voorzieningen: voorzieningenrechter; aanspreektitel: president in kort geding]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2002
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing met aanpassing van de nummering van de artikelen, hoofdstukken en paragrafen.
- Bronpublicatie:
21-12-2001, Stb. 2002, 1 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
06-12-2001, Stb. 2001, 582 (uitgifte: 18-12-2001, kamerstukken: 27181)
- Inwerkingtreding
01-01-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2001, Stb. 2002, 1 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
10-12-2001, Stb. 2001, 621 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
Het bestuur vormt voor het behandelen en beslissen van zaken waarvoor in verband met onverwijlde spoed een voorziening wordt gevraagd enkelvoudige kamers en bepaalt de bezetting daarvan. Deze kamers kunnen ook andere bij de wet aan hen toebedeelde zaken behandelen en beslissen.
2.
Degene die zitting heeft in een enkelvoudige kamer als bedoeld in het eerste lid draagt de titel van voorzieningenrechter.
3.
In kort geding als bedoeld in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering draagt de voorzieningenrechter ter terechtzitting de aanspreektitel van president in kort geding.