Einde inhoudsopgave
Wet financiering sociale verzekeringen
Artikel 120 Beschikking over financiële middelen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
29-05-2019, Stb. 2019, 219 (uitgifte: 19-06-2019, kamerstukken: 35074)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-07-2019, Stb. 2019, 266 (uitgifte: 18-07-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Premieheffing / Algemeen
Premieheffing / Verzekeringsplicht
1.
Het Zorginstituut, het UWV en de SVB kunnen, voor de uitvoering van hun wettelijke taken, beschikken over de financiële middelen die zij in rekening-courant bij Onze Minister van Financiën aanhouden.
2.
Bij regeling van Onze Minister van Financiën worden, in overeenstemming met Onze Minister en Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en na overleg met het Zorginstituut, het UWV en de SVB, regels gesteld omtrent de rente die over de saldi van de in artikel 119, derde lid, bedoelde rekeningen-courant wordt vergoed onderscheidenlijk in rekening wordt gebracht.
3.
Onze Minister van Financiën brengt voor het beheer van de in artikel 119, derde lid, bedoelde rekeningen-courant geen kosten in rekening.
4.
Bij een tekort aan financiële middelen maken het Zorginstituut, het UWV en de SVB uitsluitend gebruik van de kredietfaciliteiten die door Onze Minister van Financiën worden verleend of lenen het UWV en de SVB uit een door hen beheerd fonds.
5.
Onze Minister van Financiën informeert dagelijks het Zorginstituut, het UWV en de SVB ten aanzien van de in artikel 119, derde lid, bedoelde rekeningen-courant, in elk geval met betrekking tot:
- a.
de slotstanden per dag;
- b.
alle dagelijks geboekte mutaties of transacties in de desbetreffende rekening-courant.
6.
Het Zorginstituut, het UWV en de SVB informeren Onze Minister van Financiën ten aanzien van de in artikel 119, derde lid, bedoelde rekeningen-courant, in elk geval met betrekking tot de prognoses van de saldi van de desbetreffende rekening-courant.
7.
Bij regeling van Onze Minister en Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport kunnen, in overeenstemming met Onze Minister van Financiën en na overleg met het Zorginstituut, het UWV en de SVB, nadere regels worden gesteld omtrent het vierde, vijfde en zesde lid.
8.
Bij regeling van Onze Minister en Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, in overeenstemming met Onze Minister van Financiën, kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de door het College zorgverzekeringen, het UWV en de SVB beheerde fondsen betreffende de onderscheiding van het vermogen van het fonds in verschillende bestanddelen en de normen tot vaststelling van de omvang van deze bestanddelen.