Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2013/36/EU betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG
Artikel 86 Liquiditeitsrisico
Geldend
Geldend vanaf 25-12-2019
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 26-06-2021.
- Bronpublicatie:
27-11-2019, PbEU 2019, L 314 (uitgifte: 05-12-2019, regelingnummer: 2019/2034)
- Inwerkingtreding
25-12-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-11-2019, PbEU 2019, L 314 (uitgifte: 05-12-2019, regelingnummer: 2019/2034)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De bevoegde autoriteiten zorgen ervoor dat de instellingen over deugdelijke strategieën, beleidslijnen, procedures en systemen beschikken voor het detecteren, het meten, het beheren en het bewaken van het liquiditeitsrisico over een passende reeks tijdshorizonten, waaronder intra-day, teneinde ervoor te zorgen dat de instellingen voldoende liquiditeitsbuffers aanhouden. Deze strategieën, beleidslijnen, procedures en systemen zijn toegesneden op de bedrijfsonderdelen, valuta's, bijkantoren en juridische entiteiten en bevatten passende mechanismen voor de allocatie van liquiditeitskosten, -baten en -risico's.
2.
De in lid 1 bedoelde strategieën, beleidslijnen, procedures en systemen staan in verhouding tot de complexiteit, het risicoprofiel en het werkterrein van de instelling en tot de door het leidinggevend orgaan vastgestelde risicotolerantie, en houden rekening met het belang van de instelling in elke lidstaat waarin zij werkzaam is. De instellingen delen de risicotolerantie mee ten aanzien van alle relevante bedrijfsonderdelen.
3.
De bevoegde autoriteiten zorgen ervoor dat, rekening houdend met de aard, schaal, en complexiteit van de werkzaamheden van de betrokken instellingen, instellingen liquiditeitsrisicoprofielen hebben die consistent zijn met en niet verder gaan dan wat nodig is voor een goed functionerend en deugdelijk stelsel.
De bevoegde autoriteiten houden toezicht op ontwikkelingen inzake liquiditeitsrisicoprofielen, bijvoorbeeld wat betreft productontwerp en productvolumes, risicobeheer, financieringsbeleid en concentraties van financieringen.
De bevoegde autoriteiten nemen doeltreffende maatregelen indien de in de tweede alinea bedoelde ontwikkelingen kunnen leiden tot instabiliteit van afzonderlijke instellingen of van het hele stelsel.
De bevoegde autoriteiten stellen de EBA in kennis van elke maatregel die overeenkomstig de derde alinea wordt genomen.
De EBA doet in voorkomend geval aanbevelingen in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 1093/2010 aanbevelingen.
4.
De bevoegde autoriteiten zorgen ervoor dat de instellingen methoden opstellen voor het detecteren, het meten, het beheren en het bewaken van financieringsposities. Deze methoden omvatten de bestaande en geraamde wezenlijke kasstromen in en voortvloeiende uit activa, passiva, posten buiten de balanstelling, waaronder voorwaardelijke verplichtingen, en de mogelijke gevolgen van het reputatierisico.
5.
De bevoegde autoriteiten zorgen ervoor dat de instellingen een onderscheid maken tussen in pand gegeven en niet-bezwaarde activa die te allen tijde, en met name in noodsituaties, beschikbaar zijn. Zij zorgen er tevens voor dat de instellingen rekening houden met de juridische entiteit waarin de activa zich bevinden, met het land waar de activa in een register of een rekening zijn ingeschreven, en met hun toelaatbaarheid als eigen vermogen, en houden in het oog hoe de activa tijdig vrijgemaakt kunnen worden.
6.
De bevoegde autoriteiten zorgen ervoor dat de instellingen ook de bestaande wettelijke, bestuursrechtelijke en operationele beperkingen op mogelijke overdrachten van liquiditeit en niet-bezwaarde activa tussen entiteiten in en buiten de Europese Economische Ruimte in aanmerking nemen.
7.
De bevoegde autoriteiten zorgen ervoor dat instellingen verschillende middelen overwegen om het liquiditeitsrisico te limiteren, waarbij te denken valt aan een systeem van limieten en liquiditeitsbuffers voor uiteenlopende probleemsituaties, en aan een voldoende gediversifieerde financieringsstructuur en voldoende toegang tot financieringsbronnen. Deze regelingen worden regelmatig getoetst.
8.
De bevoegde autoriteiten zorgen ervoor dat de instellingen alternatieve scenario's voor liquiditeitsposities en risicolimitering in overweging nemen en de hypothesen die aan beslissingen betreffende de financiële positie ten grondslag liggen, ten minste jaarlijks opnieuw bezien. Daartoe wordt in deze scenario's met name gelet op posten buiten de balanstelling en andere voorwaardelijke verplichtingen, waaronder die van special purpose entities voor securitisatiedoeleinden (securitisation special purpose entities — SSPE's) en andere special purpose entities, als bedoeld in Verordening (EU) nr. 575/2013, waarbij de instelling als sponsor fungeert of wezenlijke liquiditeitssteun verleent.
9.
De bevoegde autoriteiten zorgen ervoor dat de instellingen ook kijken naar de mogelijke gevolgen van instellingsspecifieke, marktbrede en gecombineerde alternatieve scenario's. Daarbij worden verschillende tijdsperioden en stressniveaus in aanmerking genomen.
10.
De bevoegde autoriteiten zorgen ervoor dat de instellingen hun strategieën, interne beleidslijnen en liquiditeitsrisicolimieten aanpassen en effectieve calamiteitenplannen opstellen op basis van de resultaten van de in lid 8 bedoelde alternatieve scenario's.
11.
De bevoegde autoriteiten zorgen ervoor dat de instellingen over liquiditeitsherstelplannen met deugdelijke strategieën en uitvoeringsmaatregelen beschikken om mogelijke liquiditeitstekorten het hoofd te kunnen bieden, ook in bijkantoren die in een andere lidstaat zijn gevestigd. De bevoegde autoriteiten zorgen ervoor dat deze plannen ten minste jaarlijks door de instellingen worden getest, worden bijgewerkt op basis van de resultaten van de in lid 8 bedoelde alternatieve scenario's en worden gemeld aan en goedgekeurd door de directie, zodat interne beleidslijnen en processen dienovereenkomstig kunnen worden aangepast. De instellingen nemen van tevoren de nodige operationele maatregelen om ervoor te zorgen dat liquiditeitsherstelplannen onmiddellijk kunnen worden uitgevoerd. Deze operationele maatregelen behelzen onder meer het aanhouden van zekerheden die onmiddellijk beschikbaar zijn voor centralebankfinanciering. Dit betekent onder meer dat, indien nodig, zekerheden worden aangehouden in de valuta van een andere lidstaat of in de valuta van een derde land waar de instelling blootstellingen heeft en, indien zulks voor operationele doeleinden noodzakelijk is, op het grondgebied van een lidstaat van ontvangst of van een derde land in de valuta waaraan zij is blootgesteld.