Einde inhoudsopgave
Faillissementswet
Artikel 375 [Informatie onderhands akkoord]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
23-11-2022, Stb. 2022, 491 (uitgifte: 08-12-2022, kamerstukken: 36040)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-12-2022, Stb. 2022, 492 (uitgifte: 08-12-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Algemeen
1.
Het akkoord bevat alle informatie die de stemgerechtigde schuldeisers en aandeelhouders nodig hebben om zich voor het plaatsvinden van de stemming, bedoeld in artikel 381, een geïnformeerd oordeel te kunnen vormen over het akkoord, waaronder:
- a.
de naam van de schuldenaar en, als er geen sprake is van een aanwijzing van een herstructureringsdeskundige, een elektronisch postadres waarop de schuldenaar bereikbaar is;
- b.
voor zover van toepassing, de naam van de observator of van de herstructureringsdeskundige en een elektronisch postadres waarop de herstructureringsdeskundige bereikbaar is;
- c.
voor zover van toepassing, de klassenindeling en de criteria op basis waarvan de schuldeisers en aandeelhouders in één of meerdere klassen zijn ingedeeld;
- d.
de financiële gevolgen van het akkoord per klasse van schuldeisers en aandeelhouders;
- e.
de waarde die naar verwachting gerealiseerd kan worden als het akkoord tot stand komt;
- f.
de opbrengst die naar verwachting gerealiseerd kan worden bij een vereffening van het vermogen van de schuldenaar in faillissement;
- g.
de bij de berekening van de waardes, bedoeld onder e en f, gehanteerde uitgangspunten en aannames;
- h.
als het akkoord een toedeling van rechten aan de schuldeisers en aandeelhouders behelst: het moment of de momenten waarop de rechten zullen worden toebedeeld;
- i.
voor zover van toepassing,
- 1°
de nieuwe financiering die de schuldenaar in het kader van de uitvoering van het akkoord aan wil gaan en de redenen waarom dit nodig is, en
- 2°
een bepaalde transactie die de schuldenaar in het kader van de uitvoering van het akkoord aan wil gaan en die hij bij de behandeling van het homologatieverzoek overeenkomstig artikel 384 door de rechtbank wil laten toetsen;
- j.
de wijze waarop de schuldeisers en aandeelhouders nadere informatie over het akkoord kunnen verkrijgen;
- k.
de procedure voor de stemming over het akkoord alsmede het moment waarop deze plaatsvindt dan wel waarop de stem uiterlijk moet zijn uitgebracht, en
- l.
voor zover van toepassing, de wijze waarop de bij de door de schuldenaar gedreven onderneming ingestelde ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging overeenkomstig artikel 25 van de Wet op de ondernemingsraden gevraagd is of nog gevraagd zal worden advies uit te brengen.
2.
Aan het akkoord worden gehecht:
- a.
een door behoorlijke bescheiden gestaafde staat van alle baten en lasten, en
- b.
een lijst waarop:
- 1°
de stemgerechtigde schuldeisers en aandeelhouders bij naam worden genoemd of, als dit niet mogelijk is, de schuldeisers of aandeelhouders onder verwijzing naar één of meer categorieën worden vermeld;
- 2°
het bedrag van hun vordering of het nominale bedrag van hun aandeel wordt gemeld, en, indien van toepassing, wordt meegedeeld in hoeverre dat bedrag wordt betwist alsmede voor welk bedrag de schuldeiser of de aandeelhouder tot de stemming wordt toegelaten, en
- 3°
wordt meegedeeld in welke klasse of klassen zij zijn ingedeeld.
- c.
voor zover van toepassing, een opgave van schuldeisers of aandeelhouders die niet onder het akkoord vallen, bij naam of, als dit niet mogelijk is, onder verwijzing naar één of meer categorieën, alsmede een toelichting waarom zij niet worden meegenomen in het akkoord;
- d.
informatie over de financiële positie van de schuldenaar, en
- e.
een beschrijving van:
- 1°
de aard, omvang en oorzaak van de financiële problemen;
- 2°
welke pogingen zijn ondernomen om deze problemen op te lossen;
- 3°
de herstructureringsmaatregelen die onderdeel zijn van het akkoord en voor zover van toepassing, de gevolgen van die maatregelen voor de bij de schuldenaar in dienst zijnde werknemers;
- 4°
de wijze waarop deze maatregelen bijdragen aan een oplossing en de noodzakelijke voorwaarden die hiervoor vervuld moeten zijn, en
- 5°
hoeveel tijd het naar verwachting vergt om deze maatregelen uit te voeren;
- f.
voor zover van toepassing, een schriftelijke verklaring inhoudende welke zwaarwegende grond aanwezig is waardoor de concurrente schuldeisers, bedoeld in artikel 374, tweede lid, op basis van het akkoord een uitkering in geld aangeboden krijgen die minder bedraagt dan 20% van het bedrag van hun vorderingen of onder het akkoord een recht aangeboden krijgen dat een waarde vertegenwoordigt die minder bedraagt dan 20% van het bedrag van hun vorderingen.
3.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald welke informatie verder in het akkoord of in de daaraan te hechten bescheiden wordt opgenomen en op welke wijze deze informatie wordt verstrekt, alsmede kan worden voorzien in een standaardformulier.