Einde inhoudsopgave
Belastingwet BES
Artikel 8.134 Begrenzingen verlenen bijstand
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Bronpublicatie:
23-12-2010, Stb. 2010, 872 (uitgifte: 29-12-2010, kamerstukken: 32504)
16-12-2010, Stb. 2010, 845 (uitgifte: 28-12-2010, kamerstukken: 32189)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2010, Stb. 2010, 872 (uitgifte: 29-12-2010, kamerstukken: 32504)
23-12-2010, Stb. 2010, 848 (uitgifte: 28-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
1.
Onze Minister verstrekt geen inlichtingen indien de verstrekking daarvan niet strekt tot uitvoering van regelingen van internationaal en interregionaal recht tot het verlenen van wederzijdse bijstand bij de heffing van belastingen, alsmede renten daarover en bestuursrechtelijke sancties en boeten die daarmee verband houden.
2.
Onze Minister behoeft geen inlichtingen te verstrekken indien:
- a.
de openbare orde van de BES eilanden zich daartegen verzet;
- b.
die inlichtingen op de BES eilanden krachtens wettelijke bepalingen of op grond van de administratieve praktijk niet zouden kunnen worden verkregen voor de heffing en invordering belastingen, alsmede voor de renten daarover of bestuursrechtelijke sancties of boeten die daarmee verband houden;
- c.
aannemelijk is dat de bevoegde autoriteit in de eigen staat niet eerst de gebruikelijke mogelijkheden voor het verkrijgen van de door haar gevraagde inlichtingen heeft benut, die zij in de gegeven situatie had kunnen benutten zonder het beoogde resultaat in gevaar te brengen;
- d.
de bevoegde autoriteit voor wie de inlichtingen zouden zijn bestemd, niet bevoegd of in staat is Onze Minister soortgelijke inlichtingen te verstrekken;
- e.
daarmee een commercieel, een industrieel of een beroepsgeheim zou worden onthuld;
- f.
de verstrekking strijdig zou zijn met algemeen aanvaarde beginselen van belastingheffing of overige begrenzingen die voortvloeien uit de van toepassing zijnde bepalingen van internationaal en interregionaal recht.