Einde inhoudsopgave
Omgevingswet
Artikel 13.3e (gebruiksvergoeding door initiatiefnemer)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
16-10-2023, Stb. 2023, 376 (uitgifte: 27-10-2023, kamerstukken: 36367)
12-02-2020, Stb. 2020, 172 (uitgifte: 17-06-2020, kamerstukken: 34986)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2023, Stb. 2023, 470 (uitgifte: 15-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Economische Zaken
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
De rechthebbende ontvangt van de initiatiefnemer een redelijke gebruiksvergoeding voor zover die vergoeding niet is inbegrepen in de vergoeding van de schade, bedoeld in artikel 15.14, eerste lid:
- a.
bij een gedoogplicht als bedoeld in artikel 10.14, tenzij de initiatiefnemer een netbeheerder is als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder k, van de Elektriciteitswet 1998, artikel 1, eerste lid, onder e, van de Gaswet of artikel 1, eerste lid, van de Warmtewet, of
- b.
bij een gedoogplicht als bedoeld in artikel 10.21, tenzij de initiatiefnemer een bestuursorgaan is.
2.
Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de toepassing van het eerste lid, waaronder over de hoogte van de gebruiksvergoeding.
3.
Op een vordering tot gebruiksvergoeding is de civiele rechter bevoegd binnen wiens rechtsgebied de onroerende zaak geheel of in hoofdzaak is gelegen.
4.
Artikel 10.1 is van overeenkomstige toepassing op dit artikel.