Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2019/944 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot wijziging van Richtlijn 2012/27/EU
Artikel 48 Onafhankelijkheid van het personeel en van het beheer van de transmissiesysteembeheerder
Geldend
Geldend vanaf 04-07-2019
- Bronpublicatie:
05-06-2019, PbEU 2019, L 158 (uitgifte: 14-06-2019, regelingnummer: 2019/944)
- Inwerkingtreding
04-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-06-2019, PbEU 2019, L 158 (uitgifte: 14-06-2019, regelingnummer: 2019/944)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Europees energierecht
EU-recht / Marktintegratie
Milieurecht / Energie
Energierecht / Energieopwekking
Energierecht / Distributie
1.
Besluiten over benoeming en herbenoeming, arbeidsvoorwaarden zoals salariëring en beëindiging van de ambtstermijn van de personen die verantwoordelijk zijn voor het beheer en/of de leden van de bestuursorganen van de transmissiesysteembeheerder die onder deze alinea vallen, worden genomen door het controleorgaan van de transmissiesysteembeheerder dat is benoemd overeenkomstig artikel 49.
2.
De identiteit en de voorwaarden voor de duur en de beëindiging van de ambtstermijn van de personen die door het controleorgaan zijn aangewezen voor benoeming of herbenoeming voor de algemene directie en/of als lid van de bestuursorganen van de transmissiesysteembeheerder, en de redenen voor het voorgestelde besluit tot beëindiging van een ambtstermijn, worden aan de regulerende instantie meegedeeld. Deze voorwaarden en de in lid 1 bedoelde besluiten zijn pas bindend als de regulerende instantie binnen drie weken na de kennisgeving geen bezwaar heeft aangetekend.
De regulerende instantie mag tegen de in lid 1 bedoelde besluiten bezwaar aantekenen:
- a)
als er twijfel bestaat ten aanzien van de professionele onafhankelijkheid van een benoemd persoon die verantwoordelijk is voor het beheer en/of een lid van de bestuursorganen, of
- b)
in geval van een voortijdige beëindiging van de ambtstermijn, indien er twijfel is aan de terechtheid ervan.
3.
In de drie jaar voor de benoeming van de personen die verantwoordelijk zijn voor het beheer of de leden van de bestuursorganen van de transmissiesysteembeheerder op wie dit lid van toepassing is, hebben zij direct en indirect geen professionele positie of verantwoordelijkheid of belang in of zakelijke betrekkingen met het verticaal geïntegreerde bedrijf of een onderdeel ervan en/of met de aandeelhouders die er zeggenschap over uitoefenen, anders dan de transmissiesysteembeheerder.
4.
De personen die verantwoordelijk zijn voor het beheer en/of de leden van de bestuursorganen en de werknemers van de transmissiesysteembeheerder hebben direct noch indirect een andere professionele positie of verantwoordelijkheid of belang in of zakelijke betrekkingen met een ander onderdeel van het verticaal geïntegreerde bedrijf of met de aandeelhouders die er zeggenschap over uitoefenen.
5.
De personen die verantwoordelijk zijn voor het beheer en/of de leden van de bestuursorganen en de werknemers van de transmissiesysteembeheerder hebben direct noch indirect een belang bij of een ander financieel voordeel van een onderdeel van het verticaal geïntegreerde bedrijf, anders dan de transmissiesysteembeheerder. Hun bezoldiging hangt niet af van andere activiteiten of resultaten van het verticaal geïntegreerde bedrijf dan die van de transmissiesysteembeheerder.
6.
Bij de regulerende instantie kunnen personen die verantwoordelijk zijn voor het beheer en/of leden van de bestuursorganen van de transmissiesysteembeheerder daadwerkelijk in beroep gaan tegen een voortijdige beëindiging van hun ambtstermijn.
7.
Na de beëindiging van hun ambtstermijn binnen de transmissiesysteembeheerder hebben de personen die verantwoordelijk zijn voor het beheer ervan en/of de leden van de bestuursorganen ervan gedurende ten minste vier jaar geen professionele positie of verantwoordelijkheid of belang in of zakelijke betrekkingen met een onderdeel van het verticaal geïntegreerde bedrijf anders dan de transmissiesysteembeheerder, of bij de aandeelhouders die er zeggenschap over uitoefenen.
8.
Lid 3 is van toepassing op de meerderheid van de personen die verantwoordelijk zijn voor het beheer en/of de leden van de bestuursorganen van de transmissiesysteembeheerder.
De personen die verantwoordelijk zijn voor het beheer en/of de leden van de bestuursorganen van de transmissiesysteembeheerder die niet onderworpen zijn aan het bepaalde in lid 3 mogen gedurende een tijdvak van ten minste zes maanden voor hun benoeming in het verticaal geïntegreerde bedrijf geen beheers- of andere relevante activiteit hebben uitgeoefend.
De eerste alinea van dit lid en de leden 4 tot en met 7 zijn van toepassing op alle personen die tot de algemene directie behoren en/of op alle personen die daaraan rechtstreeks rapporteren over aangelegenheden in verband met het beheer, het onderhoud of de ontwikkeling van het net.