Einde inhoudsopgave
Regeling tussen de Europese Gemeenschap enerzijds en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen anderzijds inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie
Artikel 1 De raad van bestuur
Geldend
Geldend vanaf 07-04-2023
- Bronpublicatie:
01-02-2007, PbEU 2007, L 188 (uitgifte: 20-07-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
07-04-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-03-2023, PbEU 2023, L 80 (uitgifte: 20-03-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
Douane (V)
1.
IJsland en Noorwegen worden in de raad van bestuur vertegenwoordigd overeenkomstig artikel 21, lid 3, van de verordening.
2.
Zij hebben stemrecht als het gaat om:
- a)
besluiten over specifieke activiteiten die aan of in de buurt van hun buitengrenzen plaatsvinden; voorstellen voor dergelijke besluiten worden alleen aangenomen als de vertegenwoordiger van IJsland en/of Noorwegen in de raad van bestuur ermee instemt;
- b)
besluiten over specifieke activiteiten zoals bedoeld in artikel 3 (gezamenlijke operaties en proefprojecten aan de buitengrenzen), artikel 7 (beheer van technische uitrusting), artikel 8 (steun aan de lidstaten in omstandigheden die extra technische en operationele bijstand aan de buitengrenzen vergen) en artikel 9, lid 1, eerste zin (gezamenlijke terugkeeroperaties), die worden verricht met personeel en/of materieel dat door IJsland en/of Noorwegen beschikbaar is gesteld;
- c)
besluiten over de in artikel 4 bedoelde risicoanalyse (ontwikkeling van de gemeenschappelijke geïntegreerde risicoanalyse, algemene en specifieke risicoanalyse) die hen rechtstreeks betreffen;
- d)
besluiten over opleidingsactiviteiten in de zin van artikel 5, behalve wanneer het de gemeenschappelijke basisinhoud voor de opleiding van grenswachten betreft.