Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 608/2013 handhaving van intellectuele-eigendomsrechten door de douane
Artikel 3 Recht op indiening van een verzoek
Geldend
Geldend vanaf 19-07-2013
- Bronpublicatie:
12-06-2013, PbEU 2013, L 181 (uitgifte: 29-06-2013, regelingnummer: 608/2013)
- Inwerkingtreding
19-07-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-06-2013, PbEU 2013, L 181 (uitgifte: 29-06-2013, regelingnummer: 608/2013)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Algemeen
Douane (V)
De volgende personen en entiteiten zijn, voor zover zij gerechtigd zijn een procedure in te leiden om vast te stellen of inbreuk is gemaakt op een intellectuele-eigendomsrecht, in de lidstaat of lidstaten waar de douaneautoriteiten worden verzocht op te treden, gerechtigd tot het indienen van:
- 1.
een nationaal of een Unieverzoek:
- a)
houders van rechten;
- b)
instanties voor het collectieve beheer van intellectuele-eigendomsrechten als bedoeld in artikel 4, lid 1, onder c), van Richtlijn 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (1);
- c)
organisaties voor de verdediging van beroepsbelangen als bedoeld in artikel 4, lid 1, onder d), van Richtlijn 2004/48/EG;
- d)
groeperingen in de zin van artikel 3, punt 2, en artikel 49, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1151/2012, producentengroeperingen in de zin van artikel 118 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 of soortgelijke groeperingen van producenten overeenkomstig het Unierecht betreffende geografische aanduidingen, die producenten of producten met een geografische aanduiding vertegenwoordigen, dan wel vertegenwoordigers van dergelijke groeperingen, met name de Verordeningen (EEG) nr. 1601/91 en (EG) nr. 110/2008 en marktdeelnemers die het recht hebben een geografische aanduiding te gebruiken, alsook controlediensten of autoriteiten die bevoegd zijn voor een dergelijke geografische aanduiding;
- 2.
een nationaal verzoek:
- a)
personen of entiteiten die gemachtigd zijn tot het gebruik van intellectuele-eigendomsrechten, aan wie de houder van het recht formeel toestemming heeft verleend om een procedure in te leiden teneinde vast te stellen of inbreuk is gemaakt op een intellectuele-eigendomsrecht;
- b)
producentengroeperingen als bepaald in de wetgeving van de lidstaten betreffende geografische aanduidingen, die producenten of producten met een geografische aanduiding vertegenwoordigen, dan wel vertegenwoordigers van dergelijke groeperingen en marktdeelnemers die het recht hebben een geografische aanduiding te gebruiken en controlediensten of autoriteiten die bevoegd zijn voor een dergelijke geografische aanduiding;
- 3.
een Unieverzoek: de houders van een exclusieve licentie die voor het gehele grondgebied van twee of meer lidstaten geldt, mits aan die houders van een licentie door de houder van een recht formeel toestemming is verleend in die lidstaten een procedure in te leiden teneinde vast te stellen of inbreuk is gemaakt op het intellectuele-eigendomsrecht.
Voetnoten
PB L 157 van 30.4.2004, blz. 45.