Einde inhoudsopgave
Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen
Artikel 22c [Individuele trajectafdeling]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2011
- Bronpublicatie:
13-12-2010, Stb. 2010, 818 (uitgifte: 21-12-2010, kamerstukken: 31915)
- Inwerkingtreding
01-07-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-06-2011, Stb. 2011, 296 (uitgifte: 23-06-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Penitentiair recht / Justitiële jeugdinrichtingen
1.
Op een door Onze Minister als zodanig aangewezen individuele trajectafdeling nemen jeugdigen deel aan gemeenschappelijke activiteiten gedurende ten minste zes uren per dag door de week en ten minste vier uren in het weekeinde.
2.
Een jeugdige kan op een individuele trajectafdeling worden geplaatst indien:
- a.
de jeugdige extra individuele begeleiding behoeft,
- b.
de behoefte aan extra individuele begeleiding het gevolg is van een persoonlijkheidsstoornis en
- c.
de jeugdige ten gevolge van het gestelde onder a en b niet in een inrichting kan verblijven met een regime als bedoeld in artikel 22.
3.
Het verblijf van de jeugdige is gericht op de bevordering van de terugkeer in een regime als bedoeld in artikel 22 of de terugkeer van de jeugdige in de samenleving.
4.
Een jeugdige die op een individuele trajectafdeling is geplaatst, verblijft, in afwijking van artikel 1, onder v, in een groep van tenminste twee personen.
5.
De directeur van de inrichting waar de jeugdige op de individuele trajectafdeling is geplaatst, bepaalt telkens binnen ten hoogste zes maanden en na het advies te hebben ingewonnen van de adviescommissie of de noodzaak tot voortzetting van het verblijf op de afdeling voor individuele trajectafdeling nog bestaat.
6.
Onze Minister stelt nadere regels omtrent de taak, samenstelling en werkwijze van de adviescommissie, bedoeld in het vijfde lid.