Einde inhoudsopgave
Wet post BES
Artikel 17
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van de Postlandsverordening 1998, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (17-05-2010, Stb. 350) en de Aanpassingsregeling BES-wetten (28-09-2010, Stcrt. 15040). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
14-09-2010, Stb. 2010, 439 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Overtreding van de artikel 8, eerste en zesde lid, 12, eerste lid en 16, eerste lid, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste vijf maanden of een geldboete van USD 5.600.
2.
Overtreding van de artikelen 12, derde lid, en 16, tweede en derde lid, alsmede van de voorschriften en de beperkingen verbonden aan ontheffing verleend krachtens artikel 13, wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van USD 2.800.
3.
Met een geldboete van ten hoogste USD 2.800 wordt gestraft:
- a.
degene, die door de houder van de concessie enig stuk doet vervoeren hetwelk onbevoegdelijk is voorzien van aanduidingen, die zijn vastgesteld voor stukken voor welk vervoer vrijstelling van vergoeding is verleend;
- b.
degene, die door de houder van de concessie doet vervoeren enig niet door middel van postzegels of daarmee gelijkgestelde wijze gefrankeerd stuk, waarvan de inhoud niet uitsluitend betreft de openbare dienst, terwijl dat stuk is voorzien van zodanige opschriften of aanduidingen, die zijn vastgesteld voor stukken, uitsluitend de openbare dienst betreffende, waarvan de frankering geschiedt op de voor zodanige stukken vastgestelde wijze;
- c.
degene, die onbevoegd gebruik maakt van één of meer der in onderdeel b bedoelde opschriften of aanduidingen.
4.
De voorwerpen, waarmede één der overtredingen, bedoeld in artikel 16, derde lid, is gepleegd, kunnen voor zover zij de veroordeelde toebehoren, bij de veroordeling worden verbeurd verklaard.
5.
De strafbare feiten in deze wet, worden beschouwd als overtredingen.