Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990
Artikel 22
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2003
- Bronpublicatie:
06-11-2002, Stcrt. 2002, 216 (uitgifte: 08-11-2002, regelingnummer: WDB2002/666M)
- Inwerkingtreding
01-01-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-11-2002, Stcrt. 2002, 216 (uitgifte: 08-11-2002, regelingnummer: WDB2002/666M)
- Vakgebied(en)
Invordering / Algemeen
Invordering / Uitstel van betaling, kwijtschelding en verjaring
Invordering (V)
Medewerking van de ontvanger aan een akkoord geschiedt slechts indien:
- a.
het te ontvangen deel van de belastingschuld:
- 1°
ten minste het dubbele percentage bedraagt van hetgeen aan concurrente schuldeisers op hun vorderingen zal worden uitgekeerd;
- 2°
een substantiële omvang heeft, zowel absoluut als in relatie tot de totale belastingschuld;
- 3°
van ten minste dezelfde omvang is als kan worden verkregen door middel van executiemaatregelen;
- b.
de ontvanger noch in uitkeringspercentage noch in tempo van betaling wordt achtergesteld bij gelijkbevoorrechte schuldeisers;
- c.
fiscale verplichtingen die opkomen tijdens de behandeling van het verzoek om kwijtschelding tijdig en volledig worden nagekomen;
- d.
bij voortzetting van het bedrijf of zelfstandig beroep van de belastingschuldige na de totstandkoming van het akkoord reële vooruitzichten aanwezig zijn voor de voortzetting van de onderneming.