Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 58/2003 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd
Artikel 22 Wettigheidstoezicht
Geldend
Geldend vanaf 26-01-2003
- Bronpublicatie:
19-12-2002, PbEG 2003, L 11 (uitgifte: 16-01-2003, regelingnummer: 58/2003)
- Inwerkingtreding
26-01-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-12-2002, PbEG 2003, L 11 (uitgifte: 16-01-2003, regelingnummer: 58/2003)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
1.
Tegen iedere beschikking van een uitvoerend agentschap dat de belangen van een derde aantast, kan bij de Commissie bezwaar worden aangetekend door iedere rechtstreeks en individueel betrokken persoon of een lidstaat, teneinde de wettigheid ervan na te gaan.
Het administratief beroep wordt voorgelegd aan de Commissie binnen een maand te rekenen vanaf de dag waarop de belanghebbende kennis heeft gekregen van de betwiste beschikking.
Na de argumenten van de belanghebbende of van de betrokken lidstaat en die van het uitvoerend agentschap te hebben gehoord, doet de Commissie binnen twee maanden te rekenen vanaf de dag waarop het administratief beroep is ingesteld, uitspraak over het beroep. Zonder afbreuk te doen aan de verplichting van de Commissie om schriftelijk te antwoorden en haar beslissing te motiveren, geldt het uitblijven van een antwoord van de Commissie binnen deze termijn als stilzwijgende verwerping van het beroep.
2.
De Commissie kan op eigen initiatief uitspraak doen over iedere beschikking van een uitvoerend agentschap. Zij doet dat binnen twee maanden te rekenen vanaf de datum van haar initiatief en na de argumenten van het uitvoerend agentschap te hebben gehoord.
3.
Wanneer de Commissie overeenkomstig de leden 1 of 2 verzocht wordt uitspraak te doen, kan zij de uitvoering van de betrokken beschikking opschorten of voorlopige maatregelen nemen. In haar definitieve uitspraak kan de Commissie de beschikking van het agentschap handhaven, of kan zij beslissen dat het agentschap deze geheel of gedeeltelijk moet wijzigen.
4.
Het uitvoerend agentschap is gehouden binnen een redelijke termijn de nodige maatregelen te nemen om aan de beslissing van de Commissie te voldoen.
5.
Tegen de uitdrukkelijke of stilzwijgende verwerping van het administratief beroep door de Commissie kan beroep tot nietigverklaring worden ingesteld bij het Hof van Justitie, overeenkomstig artikel 230 van het Verdrag.