Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2016/429 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (‘diergezondheidswetgeving’)
Artikel 194 Verplichtingen van de exploitanten op de plaats van bestemming
Geldend
Geldend vanaf 20-04-2016
- Bronpublicatie:
09-03-2016, PbEU 2016, L 84 (uitgifte: 31-03-2016, regelingnummer: 2016/429)
- Inwerkingtreding
20-04-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-03-2016, PbEU 2016, L 84 (uitgifte: 31-03-2016, regelingnummer: 2016/429)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Algemeen
1.
Exploitanten van aquacultuurinrichtingen en ziektebestrijdende inrichtingen voor aquatische levensmiddelen die waterdieren ontvangen en exploitanten die waterdieren ontvangen met het oog op vrijlating in het wild, verrichten vóór het afladen van de waterdieren de volgende handelingen:
- a)
controleren, indien nodig, de aanwezigheid van een van de volgende documenten:
- i)
de diergezondheidscertificaten als bedoeld in artikel 208, lid 1, artikel 209 en artikel 223, lid 1, en de krachtens de artikelen 189, 211 en 213 vastgestelde regels;
- ii)
de documenten met eigen verklaring als bedoeld in artikel 218, lid 1, en in de krachtens artikel 218, leden 3 en 4, vastgestelde regels;
- b)
stellen, na controle van de ontvangen waterdieren, de bevoegde autoriteit van de plaats van bestemming in kennis van elke onregelmatigheid met betrekking tot:
- i)
de ontvangen waterdieren;
- ii)
de onder a), i) en ii), bedoelde documenten.
2.
Bij een onregelmatigheid als bedoeld in lid 1, onder b), isoleert de exploitant de waterdieren waarop de onregelmatigheid betrekking heeft totdat de bevoegde autoriteit van de plaats van bestemming over deze dieren een beslissing heeft genomen.