Einde inhoudsopgave
Vaarplichtwet
Artikel 10
Geldend
Geldend vanaf 06-09-1972
- Bronpublicatie:
23-06-1972, Stb. 1972, 445 (uitgifte: 05-09-1972, kamerstukken: 10339 )
- Inwerkingtreding
06-09-1972
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-06-1972, Stb. 1972, 445 (uitgifte: 05-09-1972, kamerstukken: 10339 )
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Ministerie van Justitie
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Indien de kapitein gegronde reden heeft om aan te nemen dat het verblijf van een zeeman op het schip de orde aan boord of de veiligheid van het schip in gevaar brengt, kan hij deze in iedere haven, waar zulks is toegestaan, aan land doen zetten of de toegang tot het schip weigeren.
2.
Indien de kapitein van oordeel is dat het vrije verblijf van een zeeman aan boord om een of meer van de redenen als in het eerste lid bedoeld niet langer verantwoord is, kan hij deze doen insluiten.
In dat geval doet de kapitein de zeeman in de eerste haven, waar zulks is toegestaan, aan land zetten.
3.
Onze Minister bevordert zoveel mogelijk, dat zeelieden, die ingevolge de toepassing van het bepaalde in de vorige leden achterblijven buiten het land van hun herkomst, zo spoedig mogelijk naar dat land worden teruggebracht.