Einde inhoudsopgave
Besluit toelichting Tabel I Wet op de omzetbelasting 1968 (2022)
§ 3.2.1 Algemeen
Geldend
Geldend vanaf 20-04-2022
- Bronpublicatie:
31-03-2022, Stcrt. 2022, 9114 (uitgifte: 19-04-2022, regelingnummer: 2022-6334)
- Inwerkingtreding
20-04-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-03-2022, Stcrt. 2022, 9114 (uitgifte: 19-04-2022, regelingnummer: 2022-6334)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Tarief
Bij transacties die uit meerdere leveringen en/of diensten bestaan (samengestelde prestaties) moet voor de toepassing van het verlaagde btw-tarief van Tabel I eerst worden bepaald of sprake is van één levering of één dienst of van meerdere afzonderlijke leveringen en/of diensten.
Elke prestatie (levering of dienst) moet normaliter als onderscheiden en zelfstandig worden beschouwd. Op dit uitgangspunt bestaan twee uitzonderingen. Er is sprake van één enkele prestatie als (1) een prestatie bijkomend is bij een hoofdprestatie en (2) als prestaties één ondeelbare economische prestatie vormen.1.
Voor de beoordeling of sprake is van één of meer prestaties is het feit dat door de leverancier van de goederen of diensten één prijs in rekening wordt gebracht niet van doorslaggevende betekenis. Het gaat om de zienswijze van de modale consument. Het berekenen van één prijs kan wel een aanwijzing zijn.
Bij een samengestelde prestatie bepalen de meest kenmerkende elementen van die prestatie of het geheel is aan te merken als één enkele prestatie en hoe die prestatie moet worden gekwalificeerd, rekening houdend met de zienswijze van de modale consument.
Voetnoten
HvJ 18 januari 2018, C-463/16 (Stadion Amsterdam CV), ECLI:EU:C:2018:22 en HvJ 2 juli 2020, C-231/19 (Blackrock Investment Management (UK)), EU:C:2020:513.