Einde inhoudsopgave
Penitentiaire beginselenwet
Artikel 46 [Contant geld. Rekening-courant bij de inrichting]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1999
- Bronpublicatie:
18-06-1998, Stb. 1998, 430 (uitgifte: 21-07-1998, kamerstukken: 24263)
- Inwerkingtreding
01-01-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-11-1998, Stb. 1998, 623 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Penitentiair recht / Algemeen
1.
Het bezit van contant geld door de gedetineerden in de inrichting of een afdeling is verboden, tenzij in de huisregels anders is bepaald.
2.
In inrichtingen of afdelingen waar het bezit van contant geld door de gedetineerden verboden is, heeft de gedetineerde de beschikking over een rekening-courant bij de inrichting.
3.
In de huisregels kunnen nadere regels worden gesteld omtrent het bezit van contant geld en het gebruik van de rekening-courant. Deze regels kunnen een beperking betreffen van het bedrag waarover de gedetineerde ten hoogste in contanten of door middel van zijn rekening-courant mag beschikken.