Einde inhoudsopgave
Toeslagenwet
Artikel 23 [Overlijdensuitkering]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2012
- Bronpublicatie:
08-12-2011, Stb. 2012, 2 (uitgifte: 10-01-2012, kamerstukken: 32846)
- Inwerkingtreding
01-04-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-03-2012, Stb. 2012, 109 (uitgifte: 20-03-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
1.
Na het overlijden van de toeslaggerechtigde wordt met ingang van de dag na het overlijden, de toeslag in de vorm van een overlijdensuitkering uitbetaald:
- a.
aan de langstlevende van de echtgenoten;
- b.
bij ontstentenis van de in onderdeel a bedoelde persoon, aan de minderjarige kinderen tot wie de overledene in familierechtelijke betrekking stond;
- c.
bij ontstentenis van de in de onderdelen a en b bedoelde personen, aan degene met wie de overledene in gezinsverband leefde.
2.
De overlijdensuitkering is gelijk aan het bedrag van de toeslag over één maand, doch niet over de zaterdagen en zondagen, berekend naar de hoogte van die toeslag op de dag of laatstelijk voor de dag van overlijden van de toeslaggerechtigde.
3.
De overlijdensuitkering wordt ambtshalve of op verzoek aan de rechthebbende of rechthebbenden genoemd in het eerste lid, door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen uitbetaald.
4.
De overlijdensuitkering wordt in een bedrag ineens uitbetaald.
5.
Het bedrag van de overlijdensuitkering wordt verminderd met het bedrag aan toeslag dat, over na het overlijden gelegen dagen, reeds is uitbetaald.
6.
De overlijdensuitkering is niet vatbaar voor beslag.