Einde inhoudsopgave
Mediawet 2008
Artikel 2.146 [Besteding rijksmediabijdrage en Ster-inkomsten]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Redactionele toelichting
Onderdeel k is nog niet in werking getreden.
- Bronpublicatie:
16-03-2016, Stb. 2016, 114 (uitgifte: 30-03-2016, kamerstukken: 34264)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-10-2016, Stb. 2016, 389 (uitgifte: 01-11-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Media
Informatierecht / Reclame
De rijksmediabijdrage en de inkomsten van de Ster dienen ter bestrijding van de kosten verbonden aan:
- a.
de bekostiging van de uitvoering van de publieke mediaopdracht op landelijk niveau volgens afdeling 2.6.2;
- b.
de bekostiging van de uitvoering van de publieke mediaopdracht op regionaal niveau volgens afdeling 2.6.5;
- c.
het Europese media-aanbod, bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, onderdeel e;
- d.
het Stimuleringsfonds voor de journalistiek, genoemd in artikel 8.1;
- e.
de Raad voor cultuur, voor zover samenhangend met de advisering over radio, televisie, pers en andere vormen van massacommunicatie, tot een door Onze Minister te bepalen bedrag;
- f.
het Commissariaat;
- g.
door Onze Minister bekostigd onderzoek in het belang van de massacommunicatie;
- h.
vervallen;
- i.
vergoedingen aan een door Onze Minister aangewezen instelling voor het in stand houden en exploiteren van omroeporkesten en omroepkoren;
- j.
vergoedingen aan een door Onze Minister aangewezen instelling voor het in stand houden en exploiteren van een media-archief;
- k.
dit onderdeel is nog niet in werking getreden;
- l.
het door Onze Minister aangewezen overlegorgaan van lokale publieke media-instellingen; en
- m.
bijdragen voor de verzorging van media-aanbod van regionale en lokale publieke mediadiensten dat gericht is op minderheden.