Einde inhoudsopgave
Omgevingswet
Artikel 12.28 (bestaande en nieuwe pachtverhoudingen)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
16-10-2023, Stb. 2023, 376 (uitgifte: 27-10-2023, kamerstukken: 36367)
14-03-2020, Stb. 2020, 112 (uitgifte: 09-04-2020, kamerstukken: 35133)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2023, Stb. 2023, 470 (uitgifte: 15-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Economische Zaken
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
In het ruilbesluit blijven bestaande pachtverhoudingen zoveel mogelijk in stand.
2.
Als het belang van de herverkaveling dat dringend eist, kan bij het ruilbesluit een bestaande pachtverhouding worden opgeheven en een nieuwe pachtverhouding worden gevestigd waarbij aan een verpachter een pachter uit de in artikel 12.27, eerste lid, bedoelde pachters wordt toegewezen.
3.
In een geval als bedoeld in het tweede lid voorziet het ruilbesluit erin dat de pachter en de verpachter zoveel mogelijk dezelfde aanspraken houden als zij aan de opgeheven pachtverhouding konden ontlenen. Het ruilbesluit bepaalt tot welk tijdstip de uit een nieuw gevestigde pachtverhouding voortvloeiende pachtovereenkomst zal gelden en of deze overeenkomst, als deze voor kortere dan de wettelijke duur zal gelden, voor verlenging vatbaar is.