Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 1073/2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de internationale markt voor touringcar- en autobusdiensten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006
Artikel 16 Regels die van toepassing zijn op cabotagevervoer
Geldend
Geldend vanaf 04-12-2009
- Bronpublicatie:
21-10-2009, PbEU 2009, L 300 (uitgifte: 14-11-2009, regelingnummer: 1073/2009)
- Inwerkingtreding
04-12-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-10-2009, PbEU 2009, L 300 (uitgifte: 14-11-2009, regelingnummer: 1073/2009)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
Onder voorbehoud van de toepassing van de communautaire voorschriften is het verrichten van het cabotagevervoer onderworpen aan de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die in de lidstaat van ontvangst van kracht zijn op de volgende gebieden:
- a)
de contractuele voorwaarden van het vervoer;
- b)
de afmetingen en gewichten van bedrijfsvoertuigen;
- c)
de voorschriften inzake het vervoer van sommige categorieën personen, te weten scholieren, kinderen en personen met een beperkte mobiliteit;
- d)
de rij- en rusttijden;
- e)
de belasting over de toegevoegde waarde (btw) op vervoerdiensten.
De in de eerste alinea, onder b), bedoelde afmetingen en gewichten mogen eventueel groter zijn dan die welke in de lidstaat van vestiging van de vervoersondernemer gelden, doch mogen in geen geval groter zijn dan de maximumwaarden die door de lidstaat van ontvangst zijn vastgesteld voor binnenlands verkeer of de technische kenmerken die in de in artikel 6, lid 1, van Richtlijn 96/53/EG genoemde bewijzen zijn vermeld.
2.
Cabotagediensten voor het in artikel 15, onder c), bedoelde vervoer, zijn, onder voorbehoud van de toepassing van de communautaire voorschriften, onderworpen aan de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die in de lidstaat van ontvangst van kracht zijn ten aanzien van de vergunningverlening, de aanbestedingsprocedures, de te onderhouden verbindingen, de regelmaat, de continuïteit, de frequentie, alsmede de routes.
3.
De technische normen inzake fabricage en uitrusting waaraan voertuigen moeten voldoen die voor het verrichten van cabotagevervoer worden gebruikt, zijn die welke gelden voor voertuigen die tot het internationale vervoer worden toegelaten.
4.
De lidstaat van ontvangst past de in de leden 1 en 2 bedoelde nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen onder dezelfde voorwaarden toe op de niet op zijn grondgebied gevestigde vervoerders als op de op zijn grondgebied gevestigde vervoerders, zodat discriminatie op grond van nationaliteit of plaats van vestiging wordt uitgesloten.