Einde inhoudsopgave
Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied
Artikel 2.68
Geldend
Geldend vanaf 16-02-2013
- Bronpublicatie:
28-01-2013, Stb. 2013, 44 (uitgifte: 15-02-2013, kamerstukken: 32768)
- Inwerkingtreding
16-02-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-02-2013, Stb. 2013, 45 (uitgifte: 15-02-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Aanbestedingsrecht / Speciale sectoren
Aanbestedingsrecht / Algemeen
1.
Bij een opdracht die op gerubriceerde gegevens betrekking heeft, die gerubriceerde gegevens noodzakelijk maakt, of die gerubriceerde gegevens bevat, vermeldt de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf in de aanbestedingsstukken de maatregelen en eisen die noodzakelijk zijn om het vereiste beveiligingsniveau van deze gegevens te waarborgen.
2.
De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf kan voor het bereiken van het vereiste beveiligingsniveau van de gerubriceerde gegevens onder meer eisen dat van een inschrijving deel uitmaakt:
- a.
een verklaring van de inschrijver en van reeds bekende onderaannemers dat zij met inachtneming van op hen van toepassing zijnde wettelijke voorschriften ten aanzien van veiligheid, passende maatregelen zullen nemen ter bescherming van de vertrouwelijkheid van alle gerubriceerde gegevens die in hun bezit zijn of die hun ter kennis komen tijdens de hele looptijd van de opdracht of na het einde of de afsluiting daarvan;
- b.
een verklaring van de inschrijver dat hij zal bewerkstelligen dat hij de verklaring, bedoeld onder a, zal verkrijgen van andere onderaannemers die hij tijdens de uitvoering van de opdracht opdrachten in onderaanneming wil gunnen;
- c.
gegevens over de reeds bekende in te schakelen onderaannemers, die toereikend zijn voor de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf om te kunnen vaststellen dat elk van hen over de vereiste bekwaamheden beschikt om naar behoren de vertrouwelijkheid te beschermen van de gerubriceerde gegevens waartoe zij toegang hebben of die zij in het kader van hun onderaannemingsactiviteiten dienen te verstrekken;
- d.
een verklaring van de inschrijver om aan een eerder niet bekende onderaannemer niet eerder een opdracht in onderaanneming te gunnen dan nadat over die onderaannemer de informatie, bedoeld onder c, is verstrekt.
3.
Indien een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf van een inschrijver een verklaring eist:
- a.
die afkomstig is van een door de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf aangewezen instantie en
- b.
waaruit blijkt dat volgens die aangewezen instantie de inschrijver voldoet aan het door die aanbestedende dienst of dat speciale-sectorbedrijf vereiste algemene beveiligingsniveau voor de uitvoering van opdrachten,
erkent die aanbestedende dienst of dat speciale-sectorbedrijf ook een daarmee gelijkwaardige verklaring van een instantie uit een ander land overeenkomstig de afspraken die daarover met dat land zijn gemaakt, onverminderd de mogelijkheid op basis van eigen onderzoek van die erkenning te kunnen afzien indien die afspraken daarin voorzien.
4.
Alvorens de verklaring, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet veiligheidsonderzoeken, wordt afgegeven ten aanzien van de persoon die een inschrijver of onderaannemer wenst te belasten met een functie die is aangewezen als vertrouwensfunctie als bedoeld in die wet, kan in afwijking van artikel 7 van die wet het aldaar bedoelde veiligheidsonderzoek geheel of gedeeltelijk achterwege blijven indien die persoon beschikt over een verklaring uit een andere lidstaat die op een gelijkwaardig veiligheidsonderzoek berust.