Einde inhoudsopgave
Inkomstenbesluit militairen
Artikel 1 Begripsbepalingen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2016
- Bronpublicatie:
25-09-2018, Stb. 2018, 402 (uitgifte: 12-11-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2019, terugwerkend tot: 01-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-12-2018, Stb. 2018, 501 (uitgifte: 27-12-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
1.
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Arbodienst: een voor de militair aangewezen arbodienst als bedoeld in de Arbeidsomstandighedenwet;
bezoldiging: het salaris, in voorkomend geval vermeerderd met de overbruggingstoelage, bedoeld in artikel 9, en de garantietoelage minimumloon, bedoeld in artikel 10;
commandant: een bij ministeriële regeling aan te wijzen functionaris;
de commandant operationeel commando: de Commandant Zeestrijdkrachten, de Commandant Landstrijdkrachten, de Commandant Luchtstrijdkrachten en de Commandant Koninklijke Marechaussee, voor het desbetreffende commando;
deskundige persoon: een voor de militair aangewezen deskundige persoon als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenwet die belast is met de taken, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdeel b, van die wet;
gewezen militair: de ontslagen militair, voor zover hij heeft behoort[lees: behoord] tot degenen die zijn aangesteld bij het beroepspersoneel of daarmee gelijk zijn gesteld;
gezin en gezinsleden: de echtgenoot, respectievelijk echtgenote van de militair en de kinderen, stief- en pleegkinderen van de militair of van de echtgenoot respectievelijk echtgenote;
hoofd defensieonderdeel:
- 1°
de Secretaris-Generaal, voor zover het betreft de Bestuursstaf;
- 2°
de commandant operationeel commando voor het desbetreffende commando;
- 3°
de directeur van de Defensie Materieel Organisatie, voor zover het betreft de Defensie Materieel Organisatie, met uitzondering van het deel ondergebracht in de Bestuursstaf;
- 4°
de commandant van het Commando Dienstencentra, voor zover het betreft het Commando Dienstencentra;
inkomsten: alle bedragen waarop de militair aanspraak kan maken bij of krachtens dit besluit;
maand: een kalendermaand;
militair: de militaire ambtenaar in de zin van artikel 1, eerste en tweede lid, van de Militaire ambtenarenwet 1931;
Nagelaten betrekkingen:
- 1°
De echtgenoot, echtgenote of geregistreerd partner van de overleden militair;
- 2°
De achtergebleven partner die door de militair als partner is aangemeld bij de Stichting Pensioenfonds ABP en door het bestuur van dat fonds als zodanig is aangemerkt;
- 3°
Minderjarige kinderen of minderjarige pleegkinderen;
Officier: de militair met de rang van luitenant ter zee der derde klasse, tweede luitenant of met een hogere rang;
Onze Minister: Onze Minister van Defensie;
Pensioengevend inkomen: de in de berekeningsgrondslag pensioenen opgenomen inkomensbestanddelen dat met inachtneming van de bepalingen van dit besluit voor de militair is vastgesteld op grond van artikel 23a;
rang: een militaire rang en stand of klasse, voor zover niet titulair toegekend;
salaris: het bedrag dat met inachtneming van de bepalingen van dit besluit voor de militair is vastgesteld op grond van artikel 5;
salarisschaal: een reeks van salarissen, behorende bij een bepaalde rang;
salarisnummer: het getal dat in een salarisschaal voor een salaris is vermeld;
Verhoogde bezoldiging: de bezoldiging als bedoeld in artikel 1, verhoogd met 8 procent vakantie-uitkering en het percentage vaste vergoeding extra beslaglegging als bedoeld in artikel 11b en de eindejaarsuitkering als bedoeld in artikel 15;
werknemersverzekering:Werkloosheidswet, Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering, dan wel de Ziektewet.
2.
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt mede verstaan onder militair: degene die is aangesteld in burgerlijke openbare dienst om bij de krijgsmacht als geestelijk verzorger werkzaam te zijn.
3.
Met inachtneming van artikel 1, derde en vierde lid, van het Algemeen militair ambtenarenreglement wordt in dit besluit en de daarop berustende bepalingen mede verstaan onder echtgenote of echtgenoot:
- 1°
de geregistreerde partner;
- 2°
degene die door de militair als partner is aangemeld bij de Stichting Pensioenfonds ABP en door het bestuur van dat fonds als zodanig is aangemerkt, op voorwaarde dat de militair een bewijs van die aanmelding heeft overgelegd aan de commandant;
4.
Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
- a.
fase één: fase één als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel l van het Algemeen militair ambtenarenreglement;
- b.
fase twee: fase twee als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel m van het Algemeen militair ambtenarenreglement;
- c.
fase drie: fase drie als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel n van het Algemeen militair ambtenarenreglement.