Einde inhoudsopgave
Regeling tegemoetkoming stoffengerelateerde beroepsziekten
Artikel 8 Aanvraag tegemoetkoming
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
25-11-2022, Stcrt. 2022, 31978 (uitgifte: 29-11-2022, regelingnummer: 2022-0000185147)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-11-2022, Stcrt. 2022, 31978 (uitgifte: 29-11-2022, regelingnummer: 2022-0000185147)
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / Rijksfinanciën
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
1.
De aanvraag voor de tegemoetkoming wordt door de werkende bij de SVB ingediend door middel van een door de SVB beschikbaar gesteld aanvraagformulier, dat door de werkende wordt ondertekend.
2.
Na advisering door het ISBG bedoeld in artikel 15, stelt de SVB vast of voor de werkende recht op een tegemoetkoming bestaat.
3.
In bijzondere gevallen kan de SVB toestaan dat een aanvraag wordt ingediend anders dan door middel van het aanvraagformulier, bedoeld in het eerste lid, zo nodig onder het stellen van voorwaarden.
4.
Indien de werkende voor meer ernstige aandoeningen een aanvraag voor de tegemoetkoming indient, wordt in overleg met de werkende de volgorde van behandeling bepaald door de SVB. Daarbij wordt de werkende in de gelegenheid gesteld zijn voorkeur voor de volgorde van behandeling aan te geven. De behandeling van de tweede en eventuele volgende aanvragen wordt opgeschort totdat de SVB op de eerste aanvraag een besluit heeft genomen.
5.
Indien de aanvraag of de ondersteunende documenten in een andere taal dan de Nederlandse taal zijn gesteld, wordt op verzoek van de SVB of het ISBG zo nodig een vertaling in het Nederlands overgelegd die is opgesteld door een beëdigd vertaler. Indien de SVB of het ISBG daarmee instemt, kan een vertaling van de aanvraag of de ondersteunende documenten in een andere taal dan het Nederlands worden overgelegd. Afschriften van de ondersteunende documenten in een andere taal dan het Nederlands zijn gewaarmerkt.
6.
De termijn, bedoeld in artikel 4:13, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, waarbinnen de SVB een besluit dient te nemen over de aanvraag is 16 weken. Deze termijn kan eenmalig met ten hoogste 16 weken worden verlengd.
7.
Indien de SVB vaststelt dat de werkende één of meer van de gegevens, noodzakelijk voor het vaststellen van het recht op de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 4, eerste lid, niet heeft verstrekt, stelt de SVB de werkende in de gelegenheid het ontbrekende gegeven of de ontbrekende gegevens alsnog binnen acht weken te verstrekken. Wordt het gegeven of worden de gegevens niet binnen die acht weken verstrekt, dan wordt de aanvraag buiten behandeling gelaten.